Home |
Preken |
![]() Jan C. Bos E jancbos@kpnmail.nl |
|||
|
|||||
Zondag 23 februari 2025 De kunst van het loslaten Lucas 6, 27-38 Verbondskerk Vijfhuizen “Laat los”, zegt Jezus, “en ge zult losgelaten worden”. Zo klinkt in de oorspronkelijke griekse bijbeltaal de goede raad van Jezus aan ons, zijn leerlingen. Zo is het ook vertaald in de Statenbijbel en de in ons vroeger zo vertrouwde NBG vertaling van 1951. Laat los, zegt Jezus. Hij zegt het tegen mij. Hij zegt het tegen mij omdat ik zo heel erg geneigd ben om de dingen vast te houden en controle te hebben. Wat houd ik vast en wat houdt mij vast? En hoe is dat bij jou en bij jou? Ieder heeft hierin zijn eigen levensverhaal en staat op een ander punt in dat verhaal. Klamp je je vast aan je geld en je bezit? Dat kan. Je bent de enige niet. Hecht je veel aan je eer en waardigheid? Het kan. Er worden moorden voor gepleegd. Zweer je bij je zekerheden? Het kan. Hele kerken zijn er op gescheurd. Sta je op je ponteneur? Zeurt bij jou het oude zeer en kun je er maar niet los van komen? Spookt soms het verleden? Koester je je wrok? Ziedt de woede? Blijft het verdriet maar schrijnen en houdt het niet op, nooit een keer? “Laat los”, zegt Jezus maar zo gemakkelijk is dat niet. Het hele bijbelgedeelte deze zondag is op het eerste gehoor niet gemakkelijk. Rechterwang moet ik keren. Mantel en zelfs hemd zal ik laten. De vijand gun ik mijn liefde en de dief mijn portemonnee. Meent Jezus dat in ernst? Zijn dat nuchtere, praktische leefregels? Nee, nee, dat is alleen voor enkelingen weggelegd. Dat kunnen ze wellicht in diepreligieuze leefgemeenschappen. En zelfs daar is het moeilijk. “Wie het vat, vatte het”, zei de heilige Hieronymus, asceet en kluizenaar, want dit vond zelfs hij te bar. “Laat los”, zegt Jezus. Wat moet ik loslaten? Onze nieuwe bijbelvertaling geeft een hint door deze tekst te vertalen met “Vergeef en je zult vergeven worden”. Het griekse woord dat hier gebruikt wordt geeft daar ook aanleiding toe. De eerste betekenis van loslaten is het loslaten van gevangenen en een tweede betekenis het kwijtschelden van schuld. Loslaten is in deze betekenis een bevrijdende handeling. Je bevrijdt een ander van wat hem gevangen houdt. Je bevrijdt een mensenkind van de schuld die hem drukt. Als reactie daarop wordt jou ook je schuld vergeven. Door wie? Door de Eeuwige zelf. God bevrijdt je van wat jou gevangen houdt. Loslaten, kwijtschelden, vergeven, het zijn ingrijpende processen in het leven van een mens. Dat is al zo dichtbij huis en in de kring van het gezin en de familie. De kostbare band tussen ouders en kinderen en tussen zussen en broers kan beladen raken door onnadenkendheid en onverschilligheid. Dat doet een ander zeer en heeft het niet in de gaten. Dat ziekt dan en zeurt. Dat wroet zomaar dieper en dieper. Je bent tekort gedaan. Je bent bezeerd. Je hebt het niet meer. Je praat niet meer. Aan twee kanten het grootste gelijk. Aan twee kanten verdriet. Soms ook is er werkelijk pijn gedaan. Dan moet er eerst schuld erkend worden en vergeving gevraagd. Kan dan vergeven worden? Met Gods hulp kan het. Nee, het is niet gemakkelijk. Het is een lange weg soms maar het is wel goed. Het is goed voor de ander die vergeven wordt. Het is goed voor je zelf. Ik denk dat dit voor het hele, op het eerste gehoor zo moeilijke bijbelgedeelte geldt. Het is bedoeld om ons te bevrijden van de loodzware last in ons leven die wordt veroorzaakt door de onverzoenlijke tegenstelling, de schrijnende tweedeling, de moordende wrok. Hoor, hoe Jezus staat te preken in dat Palestijnse land dat toen al net zo verscheurd was als nu en waar de vijandschap als een dikke muur opgericht staat tussen bevolkingsgroepen, families en dorpsgemeenschappen. Er is daar letterlijk een muur gebouwd. Die muur is een teken van hoe het niet moet. Die muur versterkt de vijandschap. Je waant je veilig. Je koelt je woede. Het wordt erger. Israël is in diepe nood vandaag.Niet zozeer omdat het bedreigd wordt, fdat ook, maar veel meer omdat het zijn angst, pijn en moordende wrok niet kan loslaten en het Palestijnse volk met grof geweld onderdrukt. Het eigen gelijk heerst aan alle kanten. Vandaag is in onze samenleving onverdraagzaamheid een groot probleem geworden. Dat schreeuwt vanuit de ivoren toren van het eigen gelijk. Dat loopt over van chagrijn omdat het leven niet gaat zoals je wil. Dat schreeuwt zijn frustatie uit. Dat schokt de brave burger die op zijn beurt zijn weerzin niet onderdrukken kan. Dat splijt families. Sociale media poken de tegenstellingen alleen maar op. De ander is de vijand. En dan zegt Jezus. Kijk eens naar je vijand. Kijk eens goed: Hij heeft honger. Daarover gaat het als Jezus oproept de hongerende vijand eten te geven. Wie zet de eerste stap? Wie breekt de ban? Wie wil luisteren naar wat de ander diep van binnen beweegt. Wie haalt de muur neer? Jij moet die eerste zijn, zegt onze Heer. Doe het. Laat los je bezeerdheid. Laat los je wrok. Laat los je grote gelijk. Laat los. Zet de eerste stap naar je man, naar je kind, je broer, je zus, naar je collega op het werk. De concrete oproepen van Jezus zijn geworteld in de joodse wet. Het zijn oproepen om vertrouwenwekkende eerste stappen te doen. Doorbreek het vijanddenken in plaats van het te voeden. Het zijn geen oproepen tot naïeve weerloosheid. Het is echt niet de bedoeling dat de dief ruim baan krijgt en de moordenaar vrij spel. Het is wel de bedoeling dat jij los komt van je grootste gelijk en je onaantastbare positie. Het is wel de bedoeling dat jij je houdt aan de positieve gulden regel. Alles nu wat jij graag wilt dat de mensen jou doen, doe hen dat evenzo. Daar is een wereld mee te winnen. In de veertig dagen die over anderhalve week beginnen worden we uitgenodigd de kunst van het loslaten te leren. En ik denk dat voor ons vandaag de grootste uitdaging is dat wij het idee kunnen loslaten dat we over alles zelf controle hebben. Dat gaat niet vanzelf. Daar is aanleren en afleren voor nodig. De liturgie van deze zondagmorgen begon met een prachtige psalm. “Op U vertrouw ik, HEER der Heren, Gij die mijn sterkte zijt.” Daar begint het mee. Het begint met je te binnen brengen Wie jou sterkte is. Het begint met toevlucht zoeken bij de HEER. Daar ligt de bron. Het grote gebod noemt dat de liefde tot God. Het is de kern. De binnenkant. Jouw stut in bange tijden. Oefen die liefde. Leer het aan. Zoek de bron. Schep ruimte en vertrouwen. In de ruimte van die sterkte kun je dan ook afleren. Laat de gedachte los dat je alles kunt controleren, alles kunt regelen en alles naar jou zin moet gaan. Leer het af, laat het los, dat grootste gelijk. Laat het los, dat spook uit het verleden, die durende wrok. Laat het los, dat eeuwige geld. Waarom wil je meer hebben dan nodig is? Er zijn andere dingen in het leven die er werkelijk toe doen. Kun je verdriet ook loslaten? Verdriet is wat anders als vijandschap, wrok, geldgierigheid of angst. Verdriet is niet slecht. Het hoort bij het leven als de vreugde, het geloof en de hoop. Maar ooit zul je ook verdriet kunnen loslaten, als de tijd daar rijp voor is. Misschien is dat voor jou wel vandaag. Laat het los en vertrouw je toe aan de liefde van God, het geloof en de hoop. Jezus nodigt ons niet uit tot een kaal en saai leven. Integendeel. Een volle, geschudde en overlopende maat zal je geschonken worden. Dat is nu al zo doordat je leeft in gemeenschap met God en met jouw zusters en broeders in de geloofsgemeenschap. Dat is nu al zo omdat er ruimte in jou is voor geloof, hoop en liefde. En het zal zo zijn totdat God alles zal zijn in allen. Maar ach, er is zoveel dat ons nog vasthoudt. Daarom bidden we om kracht, om levensmoed, daarom bidden wij om geloof opdat we durven ingaan op het woord van de Heer, opdat we durven antwoorden op zijn liefde. Daarom bidden wij tot God opdat wij zullen houden van de mensen. Amen
|
|||||