Home |
Preken |
![]() Jan C. Bos Wagnerkade 59, 2102 CT Heemstede T 023 5332455 E jancbos@antenna.nl |
|||
|
|||||
Zondag 26 februari 2023 Was het soms de bedoeling? Eerste zondag in de veertigdagen Pelgrimkerk, Haarlem Daarna werd Jezus door de Geest meegevoerd naar de woestijn om door de duivel op de proef gesteld te worden. Dat is een opvallende eerste zin van het Evangelie dat wij hebben gelezen. Is het soms de bedoeling dat de duivel mensenkinderen beproeft? Het lijkt er wel op. Wat gek, want dagelijks bidden wij toch met Jezus: Leidt ons niet in verzoeking maar verlos ons van de boze. Toch lijkt het wel alsof het de bedoeling is. Het wordt beschreven als een vanzelfsprekende fase in het leven van Jezus. Eerst werd Jezus gedoopt en daarna werd Jezus door de Geest naar de woestijn geleid om verzocht te worden door de duivel. Een kind wordt geboren en gedoopt. En daarna gaat zo'n kind het leven in. Zijn moeder wil hem wel overal voor beschermen. Altijd bij de hand. Hygiëne tegen de bacteriën en pas op, pas op. Maar ja, daar worden kinderen niet groot van. Hij moet ook vallen. De zere knie is nodig en de eerste kibbel ook. En hij heeft zijn kinderziektes nodig om het leven aan te kunnen. Het gaat naar school om met scha en schande het leven te leren. En het doet examen, vroeger en later. Het wordt beproefd betekent dat letterlijk. Doet-ie het wel of doet-ie het niet. Kan hij wel, kan hij niet. Zal hij wel, zal hij niet. Is het soms de bedoeling. Die vraag bekruipt mij ook wel bij de eerste lezing van deze morgen over Adam, Eva en de slang. Het verband is snel gelegd. Waar Adam en Eva helaas aan de verleiding geen weerstand konden bieden, daar is Jezus staande gebleven, hij wel gelukkig. De oude Adam maakte van het paradijs een woestijn. De nieuwe Adam maakt van de woestijn een paradijs, zei men wel met een verwijzing naar de apostel Paulus. Toch is het Genesisverhaal voor mij meer dan alleen maar een verhaal van menselijk falen. Want ook daar lijkt wel alsof het de bedoeling was dat het zo en niet anders ging. God schept een bloeiende tuin. Alles is mooi en prachtig. Als in de kamer van een pasgeboren baby. Warme deken, zachte kleuren, buiten is het koud. Maar God schept ook die boom binnen in de tuin. De Eeuwige maakt het gevaarlijk binnen en stelt het gebod. En de Eeuwige schept de slang. Is het soms de bedoeling dat een mens het kwade niet ontgaat, dat hij kennis maakt met het kwade en het goede. Is het soms de bedoeling dat hij leren moet te leven en naar buiten moet de wijde wereld in. Je moet leren mens te worden. Dat gaat niet als je veilig beschermd in een coconnetje blijft. Dat gaat niet als je verwend wordt met alleen maar lekker. Over Genesis 3 wordt meestal gedacht in termen van zonde en straf. Die kant zit ook zeker aan het verhaal maar het is niet de enige kant. Adam en Eva leren dat ze geen goden maar mensen zijn. Ze moeten naar buiten. Ze moeten aan het werk. Ze leren het kwaad kennen en ze moeten het bevechten. Ze leren de liefde kennen en de seksualiteit die nodig is om door te gaan. Genesis 3 is het oerverhaal van de Schrift over het ontstaan van de menselijke verantwoordelijkheid. Je hebt een vrije wil wat er ook door allerlei breinwetenschappers wordt gezegd. Je bent een mens die goed en die verkeerd kan kiezen. Mensen leren mens te worden door heel het leven heen. Dat is toch ook een ervaring van jou en mij. Van een ouder mens zeggen we soms: Hij kent gelukkig het leven en dan bedoelen we niet dat zij of hij altijd zo gelukkig is geweest, wel dat zij of hij weet wat falen is, lek en gebrek, ziekte en zeer. Soms ook zeggen we van iemand die verdriet ervaren heeft: Hij is wel meer mens geworden. Toch moet je heel voorzichtig zijn om tegenslag en verdriet zomaar positief te duiden als een beproeving van God. Soms is dat zo. Althans de Bijbel zegt het in sommige concrete gevallen. Het allerbekendste voorbeeld in het Oude Testament is het verhaal van het offer van Isaak. Abraham wordt door God op de proef wordt gesteld. En tegelijk wordt hij ook door God door de beproeving heen geleid. Zou het soms de bedoeling zijn geweest. De Bijbel gaat daar heel ver in, verder nog dan ik durf denken. Jij en ik kennen het verhaal van Job. Het is een verhaal met twee lagen. In de ene laag leeft Job en leven zijn vrienden. Job wordt geslagen. Waarom toch, waarom. Hoe kan God dat doen of toelaten als Hij een God van liefde is. In de andere laag wordt de satan door God in dienst genomen om de trouwe knecht Job te beproeven. Ik vind het een verhaal om te huilen. Had al dat verdriet een bedoeling? Moet ik dat geloven... In de Bijbel hebben opstandige woede en zingeving beiden een plek. Dat botst ontzettend naast elkaar. Het levert een niet te verteren spanning op. En we kunnen geen van beide kanten missen. Het harde, niet te verteren ongeluk kunnen wij niet rijmen met onze God die trouw is. Maar achteraf kan een mens wel zeggen dat hij juist van zijn lijden heeft geleerd. Ook in het verhaal van Job geldt dat Job door de beproeving heen is geleid. Maar het blijft nauw luisteren. Je kunt niet in zijn algemeenheid zeggen dat God wel een bedoeling heeft met het lijden dat ons overkomt en dat wij dat alleen nog moet leren ontdekken. Wees daar voorzichtig mee. Doe het niet, doe het niet, zegt de apostel Jakobus. Kijk uit met alles willen verklaren. Geef geen gesloten antwoord op de vraag naar het waarom. En geef al helemaal nooit een antwoord voor een ander. Bij beproeving gaat het niet zozeer om een lot dat je ondergaat maar om een keuze die je maakt. Nee, uit zichzelf heeft het verdrietige lot geen zin en je vindt geen antwoord op de vraag naar het waarom. Maar je kunt er wel zin aan geven. De beproeving van Jezus had een doel. Door die beproeving was hij ons mensen zo nabij, zegt de brief aan de Hebreeën. Je mag die niet veralgemeniseren. Je mag je er wel door laten troosten en je mag er van leren zin te geven aan je eigen bestaan, ook als dat moeilijk is. En er is nog iets dat je van een beproeving van Godswege kunt zeggen: Zeker het kan gaan tot op het bot. Maar die beproeving breekt je niet. Je blijft staande Het beste wordt in je naar boven gehaald. Je wordt uitgedaagd om in de woestijn trouw te blijven en voor het leven te kiezen. Dit is de eerste zondag in de veertig dagen. In de veertig dagen worden jij en ik uitgenodigd deze leerschool met Jezus te delen door te vasten en te bidden. De protestanten hebben het vasten bij de reformatie afgeschaft. Het vasten paste niet bij een mens die uit genade alleen leeft. Jammer eigenlijk. In onze weelderige tijd is vasten heel goed voor een mens. De katholieken hebben het vasten lang volgehouden maar het is verzand in onze dagen. Alweer jammer. Door vasten leer je loslaten. Als je zelfs het kleine niet kunt laten staan hoe zul je dan ooit leren het grote los te laten als dat moet... In die beproeving gaat Jezus ons voor. Hij allereerst wordt getest. Jezus, wie ben je? Wat doe je? Waar kies jij voor? Kies je voor brood en spelen, voor religie om in te zwijmelen, voor macht zonder liefde? Wie ben je. Wat wil je. Welke betekenis geef jij aan je leven? En in die beproeving, ja in heel zijn leven heeft Hij laten zien dat Hij de zoon van God is. Dat klonk bij zijn doop en het klonk bij zijn kruis opnieuw. Door zijn lijden heeft Hij gehoorzaamheid geleerd, zegt de brief aan de Hebreeën. Die gehoorzaamheid is onze redding. Jezus heeft gehoord naar de Ene en wij mogen hem in dat horen volgen in deze veertig dagen en in alle kostbare maar soms ook zware dagen van ons leven. Maar als dan de beproeving Gods bedoeling kan zijn, hoe kunnen wij dan bidden: Leidt ons niet in de beproeving maar verlos ons van de boze. Ach, misschien is het allereerst wel een teken dat wij Jezus niet zijn. Hij kon de woestijn aan. Het is een bede om voor de beproeving gespaard te worden waarin de boze ons overweldigen zal. Wie voelt zich zo sterk dat hij dat niet bidden zou? Ik versta dat als een bede aan God ons niet prijs te geven in de beproeving maar vast te houden en kracht te geven. En het is een gebed vanuit het besef dat wij mensen breekbaar en kwetsbaar zijn. Leidt ons niet in de beproeving. Er zijn wel mensen die dat niet bidden omdat ze niet geloven kunnen dat een beproeving ooit van God afkomt. En ik deel dat gevoel in die zin dat God geen mens ooit in de beproeving ten onder laat gaan. Hij niet. Maar het gebed is dan ook geen impliciete beschuldiging. In het gebed spreken wij God aan op wie Hij is: Een God die door alles heen een mens vasthoudt en ten goede richt. Hij laat ons groeien tot de oogst. Amen.
|
|||||