|
Zondag 7 augustus 2022 Waakzaam leven Lucas 12, 32-40 Oosterkerk Haarlem
“Wees gelijk aan mensen die wachten op
hun heer”, zegt Jezus in het evangelie vanmorgen, “wees als knechten die hun
heer opwachten wanneer hij terugkeert van een bruiloft, zodat ze direct voor
hem opendoen wanneer hij aanklopt”. Wat zegt dat woord ons vandaag? Wachten wij actief en alert
op de komst van onze Heer of zijn we al gaandeweg dat wachten verleerd? In de tijd vlak na kruis en opstanding, in die eerste eeuw
van de christelijke gemeente waarin de evangeliën zijn ontstaan, was de
algemene overtuiging onder de geloofsleerlingen dat de Heer spoedig zou
weerkomen op de wolken. Men leefde er uit, verlangde er naar, schreef er over.
Wees alert, wees waakzaam want zomaar, zomaar komt de dag van de Heer en waar
ben je dan, wat doe je dan? Die concrete, massieve wederkomstverwachting is tot
op vandaag ook onder christenen wel gebleven. Denk bijvoorbeeld aan de Negro
Spirituals, denk aan een bepaalde gereformeerde ethiek die er niet aan moest
denken dat de Here Jezus je dan in de bioscoop zou aantreffen. Denk aan het
moderne fundamentalisme van amerikaans-evangelicale snit dat het boek
Openbaring als spoorboekje leest. Waakzaam zijn is alert zijn op de tekenen van
het naderende armageddon. Gaandeweg is de concrete verwachting van een spoedige
wederkomst bij veel gelovigen veranderd, verdiept, vergeestelijkt. De meeste
van ons kennen de traditionele bijbelse voorstellingen nog wel dat de opgestane
Heer komen zal op de wolken van de hemel maar weten ook dat deze voorstellingen
beelden zijn van wat onzegbaar is, beelden van vrede voorgoed en God alles in
allen. Maar ook dan is het nog altijd in de toekomst geplaatst, ergens buiten
onze gewone geschiedenis. En zo zijn tientallen generaties gekomen en gegaan.
Gelovig, twijfelend, fanatiek of gelaten wachten op de Heer. Ze zijn gestorven
zonder dat apocalyptisch eindtoneel te hebben gezien. “Wees als knechten die
hun heer opwachten wanneer hij terugkeert van een bruiloft, zodat ze direct
voor hem opendoen wanneer hij aanklopt”, zei Jezus tweeduizend jaar geleden.
Geldt dat nog, eigenlijk?
Wanneer komt de Zoon des mensen? Het klassieke antwoord is:
Dat weet niemand maar tot nu toe nog niet, nog niet. Maar dat is een half antwoord. Want de werkelijkheid van
Christus is niet alleen toekomstmuziek. Nee, die werkelijkheid doet ook hier en nu intrede in jouw en mijn
bestaan. Dat is al zo in de lezing van het Woord. Dat is in de ontmoeting met
de ander. Dat is in de loop van de wereldgeschiedenis en in de geschiedenis van
je eigen leven. Dat is in de grote vreugde en in het diepe verdriet. Een woord kan jou richting geven, een
gebeuren tot nadenken stemmen, een ontmoeting een andere kijk geven. Nu, nu,
zijn er momenten dat je oog in oog staat. Nu zijn er momenten dat de
werkelijkheid van Christus jou genadig richt, liefdevol terecht wijst, nieuwe
wegen opent. Heb je er oog voor of is
jouw oog gesloten. Waak je of slaap je. Waakzaam zijn betekent niet dat je je door
toekomstverwachting uit het nú laat wegslepen, maar juist dat je het nú heel
intens beleeft, met antennes voor al het wezenlijke. Zoals profetie niet in de
eerste plaats toekomst voorspelt, maar nú iets van je vraagt, zo is waken een
staat van zijn waarin de dingen tellen die zich nú bij je aandienen.
Maar zo gemakkelijk raakt mijn oor verstopt en mijn oog
verblind in een geordend bestaan. Opstaan, werken, eten, slapen. Het bestaan is
zeker. De verhoudingen liggen vast. De meningen ook. Alles is toch al een uitgemaakte
zaak. Ze hoeven jou toch niets meer te vertellen. Je weet toch hoe het zit in
de kerk, in de politiek, in de samenleving, in de moraal, in de familie. Daar
wordt je toch door niets meer verrast. Dat gaat gewoon door. Alweer een dag
voorbij, alweer een week voorbij. Alweer een jaar voorbij. Wat gaat het toch
hard. Hoeveel jaar moet jij nog tot je
pensioen? Hoeveel jaar ben jij nu al
getrouwd? Ga je weer naar Spanje dit jaar? We hebben ons leven vastgelegd en onze oordelen allang
geveld. Ach, dat kan ook vaak niet anders. Dat moet wel, wil de boel een beetje
functioneren. Maar tegelijk maakt het ons lui. Het maakt ons doof en blind voor
wat wezenlijk is, het maakt ons gesloten voor de presentie van de Eeuwige in
ons bestaan. Ook zijn we bang om dit lieve leven te verliezen . Daarom
bekommeren we ons wel om carrière met bijbehorend inkomen, verliezen we ons in
consumptiedrift, sparen we voor het Zwitserlevenparadijs. We moeten ons waar maken. We moeten een naam
maken. We moeten ons bewijzen. We moeten alles hebben. We hebben geen tijd. We
kunnen niet wachten. We kunnen niet waken.
De oproep om waakzaam te zijn staat in een veelzeggend
verband. Het voorafgaande gedeelte is heel bekend. Wees niet bezorgd over uw
leven, uw hemelse vader weet wat ge nodig hebt.
Verkoop daarom je bezittingen. Maak je beurzen die niet oud worden en
een schat in de hemel die nooit opraakt. Die tekst is bevrijdend en radicaal
tegelijk. Ik denk dat die radicaliteit ook te maken heeft met de gespannen
verwachtingen in de allereerste gemeente. Uit Handelingen weten we ook dat
mensen communaal gingen samenleven. Dat doen we nu niet en ik denk ook niet dat
we over elk privé bezit schuldgevoel moeten hebben. De kern is voor mij vandaag
dat we ons vrij maken van bezit dat ons in beslag neemt en in beslag houdt en
dat ons blind maakt voor het wezenlijke.
Altijd al is dit gezien door de grote mystici en
wijsheidsleraren van alle godsdiensten. Maak je vrij voor het wezenlijke. Maak
je vrij om gewoon, eenvoudig, te zijn, te proeven, te tasten, hier en nu, te
kijken hier en nu, alert te zijn op wat gebeurt hier en nu. Wie minder aandacht
hoeft te hebben voor bezit en al wat daar bij hoort aan driften en plannen en
wedijverringen en ellebogenwerk die kan meer aandacht hebben voor wat er
wezenlijk is: De Eeuwige die zijn zon laat opgaan over bozen en goeden en zijn
mensenkinderen met al hun lek en gebrek, hun vreugden en zorgen en alle ongeziene
en ongehoorde dingen die voor een waakzaam geworden oog en oor zichtbaar en
hoorbaar worden. Daarin komt Christus ons tegemoet.
Houdt je lamp brandend en je lendenen omgord. Wij kennen het
beeld uit de bekende gelijkenis over de vijf wijze en vijf dwaze meisjes in het
Matteusevangelie. Daarin ging het vooral om de olie. Ik leg dat nu heel kort
uit als een uitnodiging om je te laten voeden door de omgang met de
Eeuwige. Lucas legt een ander accent.
Hij nodigt ons uit waakzaam te zijn in de wereld. Wees niet zelfgenoegzaam,
vastgeroest, kortzichtig maar houd je ogen open voor alles wat in deze wereld
gebeurt. Wees er. Wees er bewust als een kind van God, als een dienaar van zijn
wil, een burger van zijn komende rijk. Leef, kijk, doe wat moet en de Eeuwige
van je vraagt. Niet anders dan recht te doen en trouw te zijn en ootmoedig te
wandelen met God.
De oproep om waakzaam te zijn wordt voorafgegaan en gevolgd
door een belofte. Vooraf gaat de tekst dat uw Vader weet wat ge nodig hebt. Er
op volgt de tekst dat de Heer bij de waakzame dienaar aan tafel bedient. Beide
teksten nodigen uit tot een diepe ontspannenheid. Je bent ingebed in een groter geheel, kind van
de vader die weet wat je nodig hebt, geliefde van de Heer die jou voedt met
zijn zegen. In die liefde mag je leven, wat er ook gebeurt. Het is jouw schat, jouw parel van grote
waarde die niemand jou ontnemen kan. Niemand, niemand is onkwetsbaar. Ieder van ons kan grote
vreugde ontvangen en diep verdriet beleven. Het hoort bij het leven. Waakzaam
zijn betekent dat je je door de vreugde niet laat verblinden en door het
verdriet niet laat verbitteren. Blijf open voor de mensen en de dingen om je
heen en blijf staan in de liefde van de Eeuwige. Hij zegent jouw wachten en
waken met zijn vrede.
|