Home


Preken


Jan BosContact:
Jan C. Bos
Wagnerkade 59,
2102 CT Heemstede
T  023 5332455
E jancbos@antenna.nl




20 april 2019 Het is stille zaterdag vandaag
Verbondskerk Vijfhuizen

Het is stille zaterdag vandaag.   Het is zo stil.
Het is zo stil in huis nu jouw lieve man gestorven is. Het is zo stil in huis nu je de warme aanwezigheid van je vrouw moet missen. Het is zo stil in de kinderkamer van mijn gestorven kleinzoon. De knuffels worden niet meer opgepakt,zijn stralende lach niet meer gehoord.  Het is … zo stil.
Het is stille zaterdag vandaag en we gedenken dat onze Heer gestorven is.  Hij had nog zo gebeden, maar nee. De beker ging hem niet voorbij. De dood werd hem niet bespaard.
Het is stille zaterdag.  Het is de zaterdag na zijn gewelddadige dood.  En ik denk aan de stille tocht na het zoveelste slachtoffer van zinloos geweld.  Ik denk aan de bloemen op het 24 oktoberplein in Utrecht. Ik denk aan het MH17 monument hier vlakbij.  Het is er stil. Zoals het stil is in al die huizen waar vrouw, man, dochter, zoon, moeder, vader niet is teruggekomen.  
Het is stil op 6 augustus in Hiroshima en op 27 januari in Auschwitz.  Het is stil 9/11 op Ground Zero in New York.  Het is stil op 4 mei op de Dam.
Het is stille zaterdag vandaag.  Laten we met aandacht deze stilte ervaren. Laten we met aandacht de blijvende pijn gedenken die mensen tot op vandaag ervaren.
De vader van mijn gestorven kleinzoon schudt zijn hoofd en zegt: Ik kan niet geloven in een God die zoveel pijn toelaat. En ik schudt mijn hoofd met hem mee.  Want alle dierbare verhalen over God in de hemel die alles op aarde bestuurt en vast in handen houdt, vallen stil op deze zaterdag waarin wij gedenken dat onze Heer dood en begraven is.  Alle evangelische preken die jou een gezond en wel leven toezeggen, worden tegengesproken op deze zaterdag waarin onze Heer dood en begraven is.
We hadden ooit zo vast geloofd. Maar nee. We hadden ooit zo vurig gebeden, maar nee. Op stille zaterdag leren we dat God geen oplossing is voor onze vragen en geen garantie voor onze zekerheden.  Onze Heer is dood en begraven op stille zaterdag. En elk beeld van God dat ik ooit had, dat ik nu nog heb, is dood en begraven op stille zaterdag. 

Op stille zaterdag is God zo pijnlijk afwezig.  Laten we niet wegvluchten van deze afwezigheid maar de ervaring van deze afwezigheid delen met alle mensen die de pijn niet willen verdoezelen en de leegte niet willen toedekken. Want allen die lijden aan het leven en allen die vragen naar het geheim van het leven zijn onze zusters en broeders. 
Op deze doodstille zaterdag naast de zware koude grafsteen voel ik de afwezigheid van mijn kind, van mijn geliefde, van mijn God.  En ik schreeuw van protest als Job op de mestvaalt. En ik schreeuw van verdriet als Jona in de diepe zee. Ik schreeuw van verlatenheid als Jezus op het kruis.  Ik schreeuw tegen de pijn, tegen de leegte, tegen de verlatenheid in. O! Mijn God! 

Deze schreeuw klinkt op buiten de kerk en binnen de kerk en verbindt ons met elkaar. Hij klinkt in het schietgebed van de door en door seculiere westerse consument die op zijn grenzen stuit. Hij klinkt in de ontzetting van Parijzenaars die kijken naar een brandende Nôtre Dame.  Hij klinkt door in de donkere nacht van de mysticus in zijn monnikscel. Hij klinkt onhoorbaar in het hart van mensen die niet kunnen geloven. Hij is waar alle andere stemmen zwijgen.
Op stille zaterdag is de Aanwezige pijnlijk afwezig. 
Maar juist omdat hij zo pijnlijk afwezig is, is de Afwezige aanwezig in ons hart.  De stille zaterdag is de dag van het durende gemis en het niettemin volgehouden gebed.

Op de stille dag volgt de nacht voor Pasen.  Het is de nacht van waken en bidden.  Waken en bidden met allen die niet of nauwelijks kunnen geloven maar wel weigeren zich neer te leggen.   Waken en bidden als Job die heftig protesteert tegen zijn vrome vrienden voor wie god een afdoende verklaring en een vaste garantie is. Waken en bidden en blijven hopen dat de morgen komt, ook al is het nog nacht.  Kras het in de muur, schrijf het op de rots.   En wij nu vandaag lezen die woorden die eeuwen her in de rots zijn gegrift en door ze te lezen klinken ze door op deze stille zaterdag als een gebed, een belijdenis die niet op kale feiten is gebaseerd maar op levende hoop .  Mijn redder leeft.  Nog is het nacht, nog is het nacht maar wel klinkt dat woord van hoop.     

Op de stille dag volgt de nacht voor Pasen.  Het is de nacht van waken en bidden. Waken en bidden als Jona die zelf zijn eigen koers bepaalde en daarin compleet vastliep. Waken en bidden als je alles bij de handen is afgebroken. Waken en bidden als je gefaald hebt en mislukt bent.  Waken en bidden. Het water stijgt me naar de lippen. Redt me. Want ik verga.
En wij nu vandaag lezen die woorden.  Eigenmachtig zijn we onze weg gegaan. En nu zien we hoe het water stijgt.   Redt ons. Breng een keer. Laat ons leven. Begin opnieuw met ons. 

Op de stille zaterdag volgt de nacht voor Pasen.  En nu aan het einde van de dag en het begin van de nacht horen we de profetie dat mensen die tot op het bot verslagen en gedesillusioneerd zijn (ze lijken wel dorre doodsbeenderen) hoop krijgen door de adem van God.
De adem van God is het geheim van het leven zelf. De adem van God is zijn gezindheid om recht te doen en goed te zijn, te bloeien en te minnen, te helen en te delen.  Die adem wordt in ons mensen gelegd. Die adem beroert hen die zich juist door de brand van de Nôtre Dame ineens bewust zijn van de ziel van Frankrijk. Die adem beroert de mensen in de straten van Dordrecht die ondanks zichzelf wellicht toch geraakt worden door het verhaal van Jezus.
Die adem wordt in ons mensen gelegd door Jezus Christus onze Heer die al onze pijn, onze verlatenheid en leegte zelf gedragen en gedeeld heeft.  En op stille zaterdag is hij alle duizend doden en alle tienduizend nabestaanden rakelings nabij. 

Het is stille zaterdag vandaag.
Het is zo stil in huis nu jouw lieve man gestorven is. Het is zo stil in huis nu je de warme aanwezigheid van je vrouw moet missen. Het is zo stil in de kinderkamer van mijn gestorven kleinzoon. De knuffels worden niet meer opgepakt, de schaterlach niet meer gehoord.  Het is … zo stil. 
Op deze stille zaterdag beleven wij intens de afwezigheid van de Aanwezige
Maar tegelijk beleven wij dat de Afwezige geheimnisvol en troostend aanwezig is.  Hij is aanwezig in de volgehouden trouw waarmee in de stilte naar zijn Adem geluisterd wordt.  Hij is aanwezig als in de kring naar zijn Woord wordt gehoord. Hij is aanwezig in het gebed van mensen in de kerk voor alle mensen in de wereld. 

Hij is aanwezig in onze Heer die ons in onze diepste rouw troost met zijn Woord. Ik ben de opstanding en het leven.  Je moeder, je vader, jouw liefste, jouw veel te jong gestorven kind, ze leven met Hem. Voor God leven ze allen.  Jij ook, ik ook. We mogen leven met Hem. En wie leeft in Zijn gezindheid leeft de Paasmorgen tegemoet.
De nacht is haast ten einde
De morgen niet meer ver.