Home


Preken


Jan BosContact:
Jan C. Bos
Wagnerkade 59,
2102 CT Heemstede
T  023 5332455
E jancbos@antenna.nl




21  oktober 2018  Hoe vaak moet je vergeven?
Mat 18,21-35 Kerkcentrum Holy, Vlaardingen

Petrus vraagt ‘Heer, als mijn broeder of zuster tegen mij zondigt, hoe vaak moet ik dan vergeving schenken? Tot zevenmaal toe?’ Jezus antwoordde: ‘Niet tot zevenmaal toe, zeg ik je, maar tot zeventig maal zeven.
Dat zeventig maal zeven zit ons allemaal, denk ik, behoorlijk dwars. Toen ik een van jullie vertelde waar de preek deze zondag over gaat, was zijn eerste spontane reactie: Moeten we soms gekke Gerrit zijn?   En ik denk zomaar dat hij de enige niet is.  En als er iets is wat jij en ik absoluut niet willen zijn, dan is het wel gekke Gerrit.  Vraagt de Heer dat wel van ons vandaag?
Het lijkt erop. Het lijkt er zeker op het eerste gehoor wel op want een broeder of zuster vergeven is voor onze Heer een dagelijks terugkerend proces. Dat weten we uit het gebed dat hij ons leert.
“Vergeef ons onze schulden” bidden we in het Onze Vader. “Vergeef ons onze schulden zoals ook wij hebben vergeven wie ons iets schuldig was.
Maar voor een van mijn broeders was dit een levensgroot probleem. Ben heette hij. In de loop van zijn leven was hij diep gewond geraakt. Dat ging fout in zijn gezin.  Er werd gezaagd onder zijn stoel. Hij werd gekwetst tot op het bot en kon zich maar met moeite staande houden. In zijn latere leven kwam hij terug in de kerk en deed mee aan de avondmaalsviering in kleine kring met oude mensen.  Vergeef ons onze schulden, bad hij, gelijk ook wij trachten te vergeven onze schuldenaren.  Hij smokkelde er een woordje bij.  Want vergeven is moeilijk. En hij was al helemaal niet zo ver dat hij kon zeggen: Ik heb vergeven.   U wel?
Vergeven is moeilijk. Petrus vraagt Heer, hoeveel maal zal mijn broeder tegen mij zondigen en moet ik hem vergeven? Jezus antwoordt: Zeventig maal zeven.  En wij wijzen naar ons hoofd. We zijn gekke Gerrit niet.  Of we raken diep geëmotioneerd.  Want er is op aarde mensen zo ontzettend veel leed aangedaan.  Moet dat allemaal zeventig maal zeven vergeven worden?
Bericht in de krant: Een dertiger had één glas te veel en een plotseling overstekend kind voor zijn wiel. Dood door schuld.   Zeventig maal zeven maal die schuld vergeven?
Een derde van de huwelijken eindigt in een scheiding. Twintig procent daarvan is een vechtscheiding.
Partners verwonden elkaar en hun kinderen tot op het bot.
Je collega heeft een kunstje uitgehaald en zich opgewerkt ten koste van jou. En in een vergadering ben je ongenadig op je nummer gezet. Hij heeft gescoord en jij bent beschadigd.
Verraden door een vriend, bedrogen door je lief, diepgewond in een vechtscheiding. Moet daar vergeven worden? Kan jij dat?
Voor sommigen van ons is dat vergeven ongelofelijk beladen geworden door wat hen is overkomen aan seksueel geweld thuis, in de zorg en in de kerk.  Daar werd en wordt vaak nog gezegd, gepreekt dat je daders moet vergeven. Je moet je vader, de pastoor, de dominee, de ouderling, de jeugdleider, je coach die jou heeft misbruikt en vernederd, vergeven.
"Zeventig maal zeven zul je vergeven", staat er in de Bijbel. Maar dat gaat toch zo maar niet. Dat kan je toch niet van een mens verlangen?  Wie zal al de geknakte, gebroken mensen zeggen dat zij vergeven moeten. Ik niet. Doet Jezus het wel?

Heer, hoeveel maal zal mijn broeder tegen mij zondigen, vraagt Petrus, en moet ik hem vergeven? Tot zevenmaal toe?
Het lijkt een vraag die zomaar out of the blue wordt gesteld Dat is niet zo. Deze vraag wordt gesteld in het bijzondere kader van de gemeenteopbouw. 'Wanneer een zuster of broeder in de gemeente zondigt ga dan naar hem toe, spreek met haar of hem onder vier ogen'. Probeer het recht te zetten. Geef haar of hem de kans zich te herzien zonder gezichtsverlies. Bouw hem op en help haar op weg. De vraag veronderstelt een gemeenschap, veronderstelt een hart en verstand, veronderstelt gesprek en gevoel voor elkaar Vergeven is een proces.  Om te beginnen bij de dader die allereerst moet willen luisteren, leren, veranderen, herstellen en goedmaken. Daarna ook bij het slachtoffer dat moet willen praten, vragen, zoeken.  De vraag veronderstelt het eenparig begeren gebroken verhoudingen te herstellen. Daar ontbreekt het zo vaak aan in onze wereld...

Daar ontbreekt het ook zo vaak aan in het huis Gods. Daarom vertelt Jezus een verhaal.
Het bijzondere van dit verhaal is dat het de verhoudingen omkeert. 
Wij hebben allemaal moeite met het zeventigmaalzeven omdat we ons identificeren met het slachtoffer. Die vergeving kan je van een slachtoffer toch niet vragen. Die vergeving kan je van mij toch niet vragen..
Het verhaal van Jezus raakt ons, als we goed luisteren, in het hart want het identificeert ons met dader-zijn.  Dat kan ook. Hier in de kerk zitten niet alleen slachtoffers. Hier zitten ook daders.
Realiseer je je wel dat jou zelf veel vergeving geschonken is.
Laat ik naar mij zelf kijken. Wat is de afstand klein tussen staan en vallen. En wat zou er van mij geworden zijn, als niet.....
Zijn we niet allemaal brekebenen voor Gods aangezicht. Een veel te grote mond en branie in de jonge jaren. Ooit ook eens een glas te veel maar gelukkig geen kind voor je auto. Ooit eens verkeerd beslist. Ooit gehannest in de relatie, ooit zelf zo gefaald om het goed te houden. Hoog gespeeld, diep gevallen, opgeraapt.
In de gemeente hoort ruimte te worden geschapen voor ieder mensenkind dat voor het Aangezicht van de Eeuwige wil naderen, ruimte ook voor de mensenkinderen die daders zijn en daar zo vreselijk onder lijden.
Een dertiger lijdt onder de ban van "Dood door schuld". Wie anders dan de Eeuwige kan die ban breken.
En koude, gevoelloze jongeren leden onder een koude, gevoelloze opvoeding. Wie staat er naast hen in de beklaagdenbank?
 
In de gemeente leven slachtoffers. In de gemeente leven mensen die beroofd en geslagen, bedrogen en verlaten zijn. Niemand, niemand kan hen opleggen wat zij doen moeten. Je kunt wel samen hopen, geloven, bidden dat gevoelens van pijn en haat zullen genezen. Je mag wel hopen dat een berouwvolle dader en een gelouterd slachtoffer elkaar hervinden. Hopen mag altijd. Voor anderen en voor je zelf.
Laten we een gemeenschap bouwen waarin de hoop gekoesterd wordt en voorgeleefd in de wereld die vaak zo gevoelloos is geworden.
Laten we zelf een gemeenschap vormen die de kunst van het vergeven aanleert en beoefent. En dat begint op het alledaagse vlak waar zomaar gevoelens worden bezeerd en mensen gepasseerd, waar de een scoort ten koste van de ander, waar fouten worden gemaakt en slordigheden begaan.
Wanneer je fout bent geweest, heb jij dan het lef om vergeving te vragen?
Wanneer je bezeerd bent en de ander komt naar je toe, heb jij dan het hart om te vergeven?
Of ben je de mens die nooit vergeten zal wat hem is aangedaan..

Zeventig maal zevenmaal zul je vergeven, zegt Jezus. Weet je, dat is niet een getal. Het is een programma. Het is een programma tegen de durende wraak.
Ooit zong Lamech:
Wie mij verwondt, die sla ik dood, zelfs wie mij maar een striem toebrengt. Kaïn wordt zevenmaal gewroken, Lamech zevenenzeventig maal.
Dat is het lied van de straat. Dat is het lied van de wereld. dat zit in ons allemaal gebakken. Die spiraal van bitterheid, geslotenheid, boosheid, woede, geweld bedreigt ons allemaal. Daartegenover zet onze Heer het programma om de kunst van het vergeven te leren. Wanneer een zuster, een broeder oprecht naar je toekomt, weiger hem of haar dan niet. Het is van levensbelang.
Dat levensbelang wordt verwoord in de laatste zin van de gelijkenis. Wanneer mensen elkaar geen vergeving kunnen schenken, dan kan God het ook niet. Dan blijft alles bij het oude en kan er geen nieuw leven opbloeien.

Zeventig maal zeven maal. Nogmaals, dat is geen getal. Het is een intentie. Het is een kracht die ingezet wordt vanuit de geloofsgemeenschap in een wereld vol wraakgevoelens. Het is een gebed. In het Onze Vader bidden wij om de kunst en de kracht van het vergeven.
De oude broeder over wie ik vertelde, smokkelde er een woord bij. Hij trachtte te vergeven. En ik denk dat het daar ook mee begint. Vergeef ons Vader zoals wij  willen, vergeven, leren vergeven, hebben leren vergeven, hebben vergeven. 
Zeventig maal zeven. Dat is een zegen voor hen die bang zijn dat dat ene, dat ene nooit vergeven wordt.
Het is een zegen voor alle slachtoffers die zo vechten moeten tegen de haat in hun hart en de kras op hun ziel. Het is een zegen voor alle kleine en grote mensen die staan voor Gods Aangezicht.
Zeventig maal zeven handen worden op jouw hoofd gelegd.
Zeventig maal zeven woorden worden in jouw hart gesproken.
 Zeventig maal zeven keren word jij begenadigd.
Zeventig maal zeven zal een mens een mens vergeven.