Home


Preken


Jan BosContact:
Jan C. Bos
Wagnerkade 59,
2102 CT Heemstede
T  023 5332455
E jancbos@antenna.nl




Zondag 17 april  Met Pasen wordt je naam genoemd
Johannes 20  Pelgrimskerk Badhoevedorp


OP Pasen wordt jij bij je naam genoemd.
Op Pasen wordt je uitgenodigd om op te staan uit de wanhoop en het ver-driet die ons nu nog terneerdrukken omdat de dagen zwaar zijn en de toekomst onzeker. 
Op Pasen wordt je bij je maan geroepen   
In het prachtige paasevangelie naar Johannes overkomt het Maria Magdalena.
Ze is net zo verdrietig als sommigen van jullie ooit waren op de eerste zondag na de dood van je geliefde. Dwalen door het huis, lege kamer, leeg bed. Wat is hij dood. Wat hij ontzettend dood. Dat wordt nooit meer anders.
Zo was ook Maria erbij toen ze het slappe, dode lichaam van het kruis haalden. Ze was erbij. Ze heeft het met eigen ogen gezien. Hij was zo dood. Zo ontzettend dood.
De dood is er in zoveel gedaanten. Dat schiet moorddadig en nietsontziend in de straten van Marioepol. Dat verzuipt op de vlucht in de diepe zee. Dat brengt alles terug tot formules, reeksen DNA, woekerende tumor. Er is geen oorsprong, geen bestemming, alleen dit leven zonder verder doel of zin. Je bent zo alleen uiteindelijk, je bent zo godverlaten alleen. Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten? Iedere helper van het rode kruis aanklampen om een snipper informatie. Waar is mijn man, mijn vrouw, mijn kind. Ik zoek mijn liefste. Wachter in de stad, waar is mijn liefste. Ik zoek hem maar ik vind hem niet.

Ik weet bijna zeker dat toen Johannes vijftig jaar nadat Jezus aan het kruis gestorven is, zijn evangelie opschreef, hij luisterde naar het Hooglied. Hij luisterde naar het Hooglied want dat is de feestrol die altijd al op het joodse paasfeest wordt gelezen.
Op Pasen viert Gods volk dat het wordt bevrijd van de angst. Op hun vlucht verzuipen ze niet in de zee. Ze krijgen een plek om te wonen, een wijngaard om te bewerken en van de vrucht te genieten. Ze mogen leven in vrede met God en met elkaar.
Dat was altijd al de bedoeling. Dat is tot op vandaag de bedoeling. God verlangt naar jou, houdt van jou als een bruidegom van zijn bruid.  Dat lezen ze in het Hooglied.
En jij wil dat ook. Jij wil die liefde voelen, proeven. Maar je mist die liefde in onze wereld vandaag
want je weet van oorlog en godverlatenheid, van moeite en verdriet, van twijfel en ongeloof.
Ik zoek Hem, ik zoek Hem maar ik vind hem niet. 
Handenwringend staan bij het graf van je geliefde die door soldaten is vermoord.
Zo zoekt Maria..

Zo zoekt Maria. En dan, op Pasen, wordt haar naam geroepen: Maria.
In haar diepste verdriet roept een bekende stem haar naam. Je bent helemaal alleen, ontredderd, verdwaald en dan roept een bekende stem je naam. Maria. Ik ken jou. Ik ken jou dieper nog dan je jezelf kent. Je bent niet alleen. Je bent mijn bruid. Je wordt niet aan zinloosheid prijsgegeven. Je wordt gekend. Je wordt bemind. Je wordt geliefd.
Op Pasen zingt het Hooglied dat het verlangen wordt vervuld en de liefde wederkerig kan worden omdat je geraakt wordt door zijn stem.
Pasen is: Een bekende stem opnieuw horen.  De psalmen die zingen van woestijn en beloof land, van ballingschap en thuiskomen, opnieuw horen. Het Hooglied horen zingen van de bruidegom en de bruid, Johannes horen vertellen dat een diepbedroefde Maria als bruid wordt aangesproken door haar bruidegom. En dan opnieuw beseffen dat dit ook op jou slaat. Midden in de dood, midden in je verdriet spreekt de Heer jou aan.  In alles wat gebeurt en jou zo raakt in jouw kwetsbare bestaan ben Ik bij je. Ik ben van jou. Jij bent van Mij.
Dit is wat Johannes met heel zijn Evangelie bedoelt. De liefde die Christus voor ons heeft, is met het kruis niet geëindigd. Die liefde is op het kruis bevestigd. Het is liefde voor jou en voor mij.

Op Pasen wordt je naam genoemd. Misschien wordt vandaag jouw geloof met Pasen meer op de proef gesteld dan bij de andere feesten van het kerkelijk jaar. Dood is zo ontzettend dood. Dat was in de dagen van Maria en Petrus en Johannes, van Paulus en de andere apostelen niet anders dan nu. Toch hebben zij ervaren dat onze Heer verrezen is en leeft bij God. Ik geloof met hart en ziel dat deze ervaring hen door God geschonken is en dat wij ons ook vandaag op hun getuigenis mogen verlaten. Ze spraken erover in stamelende woorden en beeldende verhalen Je kunt het niet opsluiten in natuurlijke wetmatigheden. Er wordt een vergankelijk lichaam gezaaid. De dode lichamen van jou en mijn geliefden, ze zijn als graan in de aarde. Er wordt een geestelijk lichaam opgewekt. Het is een geschenk, een genadegave.
En als wij nu vandaag het Hooglied van Gods liefde en het Evangelie van Gods genade horen, dan horen wij vandaag zijn levende stem. Hij roept jou bij je naam.
Blijf niet dood in je verdriet. Maar sta op en leef. Verheug je in mijn liefde die je raakte toen je dood was, die je tot leven wekt, die bij je blijft tot over de grens van je aardse bestaan.

Op Pasen wordt je naam genoemd. Johannes heeft heel goed naar het Hooglied geluisterd. Op Pasen ontmoet de bruidegom de bruid. Geloven is niet meten en weten. Geloven is luisteren, vertrouwen, liefhebben. Maria, zegt Hij, mijn rabbi, zegt zij. Mijn prins, mijn geliefde, mijn God. Door de stem die zij herkent, wordt het Pasen. Zij vindt Hem niet. Hij vindt haar.