Home


Preken


Jan BosContact:
Jan C. Bos
Wagnerkade 59,
2102 CT Heemstede
T  023 5332455
E jancbos@antenna.nl




Zondag  20 maart 2022  Wat heeft God daar mee te maken?
Lucas 13, 1-9  Pelgrimskerk, Badhoevedorp

Ik heb het gejammer van mijn volk gehoord, zegt God tegen Mozes. Ik heb het gehoord en je moet tegen hen zeggen dat Ik hen zal redden. Met opgeheven arm zal ik hen redden en de tiran zwaar straffen. God heeft het gejammer toen gehoord. Zal Hij het vandaag horen? Zal Hij dat?
De Oekraïense kinderen, vrouwen en mannen zijn toch ook zijn kinderen? Hij is toch uit op leven dat groeit en bloeit en vrucht draagt? Zal Hij het gejammer horen vandaag?
Vorige week waren wij op bezoek bij een neef van wie onlangs zijn vrouw is gestorven. Hij is inmiddels ver in de tachtig. Klassiek gereformeerd. We herdachten onze nicht met liefde en goede herinneringen. Pijn om gemis maar dankbaarheid om wat geweest is. We hebben haar toevertrouwd aan de Eeuwige. Maar er was tijdens dat bezoek wel een steen in onze maag. De oorlog in Oekraïne. Hoe kan God dát toelaten, zei hij. Waarom grijpt Hij niet in. Ooit deed Hij dat toch tegen de tirannieke Farao? Dat kan Hij toch? Hij keek mij aan want ja, ik ben dominee.
Wat moet je zeggen? Wat kun je bidden?

Het geweld van de tijd raakt ons diep. Het schudt aan ons bestaan en ons geloof. Wat heeft God daar mee van doen?
Precies dat, denk ik, vragen de mensen die naar Jezus toekomen, zich ook af. Ze hebben de schokkende beelden op hun netvlies van de slachtpartij die de wrede bezetter Pilatus heeft aangericht in de tempel.
Waarom stroomt al dat bloed? Waarom wordt de wereld aan geweld prijsgegeven? Wat heeft God daar mee te maken? Jezus, wat denkt U. Wat vind U. U bent toch een rabbi? U heeft toch ook in de Bijbel gelezen dat God het gejammer van zijn volk hoort en hun ellende ziet?
Of is het soms een straf? Want ja, dat lezen we ook in de Bijbel. Meermaals leggen de profeten een verband tussen oorlog, bezetting, verbanning en de zonde van de mensen. Dat koopt en kuipt, dat knevelt de armen, dat buigt het recht en corrumpeert de macht. Dat straft de Eeuwige met vreemde overheersing.
Wellicht zit dit ook in het achterhoofd van de mensen die naar Jezus toekomen met schokkende verhalen over de bloeddorst van Pilatus. Is het soms hun eigen schuld? Hadden ze maar niet opstandig, onvoorzichtig of wat dan ook moeten zijn.
Jezus, wat denkt U? Hoe zit dat met die Galileeërs van wie Pilatus het bloed vermengd had met dat van hun offerdieren?

Jezus gaat op hun vraag in. Laten we meeluisteren naar wat hij zegt want wij zitten er ook mee. Net zo goed.
Dit is wat Jezus zegt: Denken jullie dat die Galileeërs grotere zondaars waren dan alle andere Galileeërs, omdat ze dat lot ondergaan hebben? Zeker niet, zeg Ik jullie, maar als jullie niet tot inkeer komen, zul je allemaal op dezelfde wijze omkomen.
Dat is, zeker op het eerste gehoor, een weerbarstig antwoord. Ik heb mijn stekels al opgezet. Moet ik deze angstige, gespannen tijd horen dat ik me bekeren moet? Is dat het Evangelie van deze zondag?
Ja. Dat is het Evangelie van deze zondag. Laten we onze begrijpelijke weerstand even parkeren en proberen te begrijpen wat Jezus zegt.
Om te beginnen zegt Jezus dat de gruwelijke dood van de Galileeërs niet het gevolg is van hun individuele zondigheid. Niemand, niemand mag zeggen: Het is hun eigen schuld. Hadden ze de dictator maar niet moeten tarten, hadden ze maar niet opstandig moeten zijn. Hadden ze maar niet dit. Hadden ze maar niet dat. Alsjeblieft. Denk dat niet, zegt Jezus.
Maar tegelijk legt Jezus wèl verband met de onvolkomenheid en het tekort van ons allemaal. En daarmee staat Jezus in de kostbare traditie van de profeten van het Eerste Testament die de hele volksgemeenschap, de hele mensengemeenschap aanspreken op hun onvolkomenheid en hun verantwoordelijkheid.
Bij alle geweld, bij alle ongeluk gaat het niet alleen om hen en op wat ze allemaal wel of niet hebben gedaan en nagelaten. Het gaat ook om jou. Wie ben jij? Wat geloof jij? Wat zeg jij? Wat doe jij?.
Jij en ik, wij samen, wij allemaal maken deel uit van de mensengemeenschap die prachtig en goed geschapen is door de Eeuwige maar die tegelijk zo tekortschiet in het behoede en bewaren. Niet alleen branden steden door het geweld van mensen, bossen branden ook door de onmatigheid van mensen, zeeën stijgen en regens plenzen. Zullen we het eens over jou hebben, zegt Jezus. Wie ben jij voor het Aangezicht van de Eeuwige die de aarde zo prachtig gemaakt heeft en die het gejammer hoort van zijn kinderen. Wie ben jij voor Gods Aangezicht. Wat denk je, wat geloof je, wat hoop je, wat doe je?
Ten tweede zegt Jezus dat als we ons niet bekeren we allemaal zullen omkomen.
Zegt Hij dat? Ja, dat zegt Hij. Is dat wat we te horen krijgen vandaag, nu Oekraïne brandt, mensen daar radeloos vluchten, mensen hier angstig bezorgd zijn. Ja, dat krijgen we te horen. Is dat een troostwoord? Ja, dat is een troostwoord. En een bemoediging.
Want bekeren betekent: Je afkeren van duistere gedachten en toekeren naar het licht van de Eeuwige die uit is op leven dat bloeit en vrucht draagt.
Bekeren betekent: Inzien dat jij zelf deel uitmaakt van een mensenwereld die rooft en plundert naar hartenlust en je toekeren naar de Eeuwige die ons roept om hoeder en zuster te zijn van je zus en je broer. Doe wat je kunt voor de vluchteling op je pad, voor de aarde in nood, voor de mens die jouw naaste is. Bekeren betekent: Je afkeren van verlammend schuldgevoel om de onvolkomenheid van het mensengeslacht en je toekeren naar de tuinman in het verhaal dat Jezus vertelt, die tuinman die jou helen en genezen wil, zo’n tuinman die jouw sc0068rale grond verzorgt en jouw droge wortel water geeft. Bidt om kracht voor jezelf, voor allen die je lief zijn, voor de Oekraïense soldaat en voor de Russische jongen die ook maar wordt gestuurd door een tiran. Bidt om kracht en doe wat jij kunt doen. Bekeren dat is: Je afkeren van somberheid en cynisme en je toekeren naar de Eeuwige die al tot Mozes zei: Ik hoor, Ik zie, Ik gedenk, Ik daal af om te redden. Nee, dat redden gaan niet met een bliksemschicht, zoals mijn goede neef ook wel weet, diep in zijn hart. Dat redden gat op de lange duur en door de hand van mensen. Dat redden gaan door de woestijn naar ooit beloofd land. Hij is er in de woestijn. Hij zal er zijn in ooit beloofd land.

De korte gelijkenis die Jezus vertelt moeten we goed horen.  Het laatste woord van die gelijkenis klinkt dreigend. Hak de boom om die geen vrucht draagt. Die dreiging hoort bij het Bijbels getuigenis. Een leven zonder vrucht is vruchteloos. Een leven dat doof blijft voor de roep van God en mensen om recht en liefde, is vruchteloos. Maar het hart van het verhaal van Jezus is het verhaal over de tuinman.
Wat moet ik lezen in dagen die zwaar zijn. Moet ik lezen van de bijl aan de boom. En wat moet ik zeggen tegen mensen die bang zijn. Moet ik wat zeggen over het vuur dat zal branden? Nee, laat ik dan lezen over de tuinman die jou ziet en kent en koestert, bevloeit en bevrucht. Het verhaal van de tuinman, dat is het verhaal van de Eeuwige die zijn mensenkinderen koestert en kweekt en wil dat zij leven en vrucht dragen op het laatst. Het verhaal van de tuinman is het verhaal van onze Heer die waar wij tekortschieten zorgt voor vrucht. Met de boom des levens doodzwaar op zijn rug droeg de HERE Jezus Gode goede vrucht. Van die vrucht leven wij vandaag. Door die vrucht groeien wij en worden ook zelf vruchtbaar.
En dat zal niet vergeefs zijn. God, de ontzagwekkende, regeert niet met een bliksemschicht. Hij stuurt geen drone af op een tiran. Hij regeert door zijn Woord en zijn Geest. Hij regeert door mensen in zin dienst te nemen als ooit Mozes. Hij regeert in de lange duur van de woestijn. Hij regeert vanaf een kruis. Hij roept ons tot leven en bergt ons aan Zijn hart.