|
Zondag 23 januari 2022 Goed nieuws voor mensen in de knel Lucas 4, 14-21 Ontmoetingskerk Haarlem. Viering 50 jaar dominee
Ooit,
nu zo’n tweeduizend jaar geleden, preekte onze Heer in de synagoge van
zijn vaderstad Nazareth over een tekst uit de profetie van Jesaja. Precies vijftig jaar geleden klonk die tekst in de intrededienst in mijn eerste gemeente. En nu vandaag klinkt deze tekst opnieuw. Dit is de tekst: De Geest van de Heer rust op Mij want Hij heeft Mij gezalfd. Hij heeft Mij gezonden Om aan armen het goede nieuws te brengen om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan blinden het herstel van hun zicht, om onderdrukten hun vrijheid te geven.
Volgens
deze tekst gaat de liefde van onze Heer uit naar alle mensen. Dat wordt
trouwens ook al gezegd in de psalm die wij gelezen hebben. De Heer is
koning over allen. Maar in het bijzonder gaat zijn aandacht uit naar
mensen die beknot worden en met heel veel tegenslag te maken hebben De
tekst noemt vier groepen. Ten eerste wordt aan
armen goed nieuws gebracht. Armoede is fnuikend. Ik las afgelopen week
in de krant over een vrouw die afhankelijk is van de bijstand. Je kunt
zeggen: Wees blij dat er bijstand is in Nederland. Dat is ook zo. Maar
ze vertelde dat ze geen stap kon zetten zonder verantwoording te moeten
afleggen. Ze vertelde hoe afhankelijk ze was van de welwillendheid van
ambtenaren. Ze vertelde wat dat doet met je gevoel van eigenwaarde. Dat
schrompelt tot nul. In het Bijbelse Woord voor armoede anawim zit dit gevoel. Je hebt niets in te brengen. Je bent niets waard. Het
goede nieuws is dat je wèl wat waard bent. Het goede nieuws is dat je
bij God een kostbaar mens bent en ook zo bejegend hoort te worden. De
doorgeslagen jacht op fraude, de laksheid tegenover slachtoffers van
aardbeving en watersnood wordt door deze tekst aangeklaagd. Het gaat om mensen. Ze zijn kostbaar in de ogen van God en horen kostbaar te zijn in de ogen van ons allemaal. En
het geldt ook ons allemaal. Ook jij kunt je nietig voelen en niet in
tel. Je kunt denken dat je niets waard bent in de ogen van de Eeuwige.
Het goede nieuws is dat je het wel bent. Ten
tweede wordt aan gevangenen vrijlating bekend gemaakt. Wie een schuld
heeft wordt gevangengezet. Vroeger was dat letterlijk zo. Je werd vastgezet tot je de laatste cent had
terugbetaald. Ooit vertelde Jezus daar
nog eens een verhaal over. Hij vertelde over een koning die een dienaar
vrij sprak uit een gevangenis van schuld. Schuld kan je leven
beheersen. De deurwaarder stapelt de schulden op. Iedere envelop op de
mat is een dreigbrief. Schuld kan je zo klemzetten dat je niets meer
kunt. Je verleden kan je gevangenzetten. Maar deze tekst zegt dat
dit een keer over moet zijn. De tekst zegt dat jouw leven niet voorgoed
vergooid is. Ieder mens verdient een nieuwe kans. De tekst zegt dat
we anders naar schuld moeten kijken. Niet: Laat ze maar bloeden, maar:
Hoe kunnen we helpen. Want zo kijkt God naar de mensen. Zo kijkt God
naar onze schuld. Jij verdient een nieuwe kans. Altijd.
Ten derde wordt blinden het herstel van hun zicht aangezegd. Let
op hoe het geschreven staat. Niet: Blinden kunnen zien maar: Blinden
kunnen weer zien. Ooit kon je zien met de ogen van een kind.
Nieuwsgierig, ontvankelijk, verwonderd over Gods goede schepping.
Maar je blik is vertroebeld door tranen van verdriet. Je ogen zijn
bijziend door kortzichtig eigenbelang zoals gebeurt in de
klimaatcrisis. Je bent verblind door klatergoud. Je bent blind
van woede. Het kan allemaal. Het overkomt jou en mij. Je ziet
niet meer scherp. Je durft niet meer hopen. Je kan niet geloven dat God
regeert en de mensen het leven gunt en toekomst geeft. Maar
kijk, daar staat een mens als jij en ik die weerloos en kwetsbaar je
leven deelt en het goede doet en jouw ogen worden geopend. Zo kan
het ook. Ten vierde wordt vrijheid toegezegd
aan gebroken mensen. Om wie gaat het dan? Onze Nieuwe Bijbelvertaling
gebruikt hier de term “verdrukten”. Je kunt aan Oeigoeren denken die
worden gemangeld in opvoedkampen. Je kunt denken aan slachtoffers van
dictatuur. Je kunt denken aan arbeidsmigranten die tegen hongerloon
onze tafels vullen. Maar er is meer. Het Bijbelse woord dat hier
gebruikt wordt duidt op kapot slaan, stuk gebroken worden. Ooit
viel jouw levenswerk in duigen; Ooit brak jouw gezinsverband, ooit
verloor je een kind. Ooit faalde je, voelde je je schuldig. Je
hart is gebroken. Je ziel is gekwetst. Je had tegenover God een
verbrijzeld hart. Aan gebroken mensen wordt vrijheid toegezegd. Je
kunt weer ademen. Je wordt geheeld. Je mag er zijn. Het is de bedoeling
dat verdrukten vrijheid krijgen. Het is de bedoeling dat gebroken
harten worden geheeld. Het is de bedoeling dat jij na diep verdriet,
opademt en leeft.
Het is een prachtige tekst die getuigt van
Gods vaste wil om deze aarde te behoeden en te verlossen. De
tekst is oorspronkelijk geschreven door de derde Jesaja in een tijd die
buitengewoon zwaar en moeilijk was. Een groepje ballingen was
teruggekeerd uit de oorlog. Ze wilden hun leven opbouwen maar er ging
van alles mis. Ze hadden goede voornemens maar ja.Zwakke knieën en
korte armen. Ze werden bedreigd door vijanden rondom. En toch klinkt
daar die tekst om hen te troosten en te bemoedigen. Het is deze tekst die Jezus leest in de synagoge van zijn geboorteplaats. En dan zegt Hij: Vandaag is de Schrifttekst die jullie gehoord hebben in vervulling gegaan. Dat zegt Hij. Wat betekent het dat Hij dit zegt? Het
betekent dat Jezus de gezalfde is waar Jesaja over sprak. Het betekent
dat Hij de stem is die arme, gevangen, verblinde en gebroken mensen
geneest, troost, toekomst geeft. Hij doet dat. Met heel zijn leven
doet Hij dat. In een bizarre, verwarrende tijd, temidden van
vijandschap, ongeluk, ziekte en dood doet Hij dat. En door de
eeuwen heen, tot op vandaag lezen we deze tekst in het
Evangelie. We lezen hoe Jezus deze tekst las en deze tekst met
zijn eigen leven waar maakte.
Dat horen wij vandaag. Jullie zijn
naar de kerk gekomen. Sommigen heel speciaal om mee te vieren dat ik
vijftig jaar geleden door mijn vader in het ambt van predikant
bevestigd. En dan krijgen we deze prachtige tekst. Ik heb hem
niet uitgekozen. Hij staat voor deze zondag gewoon op het leesrooster.
Zoals dat toen in Nazareth waarschijnlijk ook het geval was. Jullie
zijn gekomen. Ik weet niet hoe jullie afgelopen week was. Ik weet wel
dat heel veel mensen het zwaar hebben vandaag. Ik weet dat arme mensen
aan het eind van de maand geen geld meer hebben. Ik weet dat mensen
diep in de schuld zitten waar ze voor hun gevoel nooit meer uitkomen.
Ik weet dat mensen gebukt gaan onder de fouten die ze hebben gemaakt.
Ik weet van mijn eigen kortzichtigheid en telkens weer de neiging om
weg te kijken. Ik weet dat mensen als jij en ik er geen gat meer in
zien. Ik weet van het verdriet om een verloren liefde en een gestorven
kind. Jij weet het ook want je hebt het zelf of van nabij meegemaakt. En dan klinkt hier die tekst die arme, schuldige, verblinde en gebroken mensen bevrijding toezegt. Is dat geen loze belofte. Is dat geen schone schijn? Komt daar ooit wat van terecht?
Nee,
het is geen loze belofte. Ik geloof van harte dat onze Heer deze
woorden waar maakt. Ik geloof dat Gods Geest in de harten van mensen
het goede bewerkstelligt. Ik geloof dat God deze wereld regeert door
zijn Woord en Geest. Ik geloof dat er toekomst is voor jou, voor
mij, voor kind en kleinkind. Want wie dit Woord van
bevrijding horen hebben ook de taak mee te werken aan de bevrijding.
Temidden van verdriet zijn jij en ik geroepen om te troosten; Temidden
van onverschilligheid zijn jij en ik geroepen om te verkondigen dat
recht en gerechtigheid door mensen moet worden gedaan. Temidden van
verbitterdheid en verdeeldheid zijn jij en ik geroepen uit te zijn op
verbinding tussen mensen. En tot op vandaag wordt door dit Woord
de aarde gedragen.
Vijftig jaar geleden klonk die tekst. En nu
weer. Ik realiseer me dat Hij al die jaren met me is meegegaan en met
jullie ook. Hij gaat met je mee om je te troosten en te zeggen
dat je er mag zijn bij God en de mensen. Hij gaat met je mee om je bij
de les te houden, te leren dat het leven meer is dan geld en
goed. Hij gaat met je mee om je te verzekeren dat je in leven en
sterven in Gods hand geborgen bent. Vijftig jaar heb ik dit Woord
verkondigd. Vijftig jaar was ik kleiner dan het lied dat ik zong, het
lied dat niet alleen jullie maar ook mijzelf bij de les wil houden en
mijn geloof wil voeden. Het is een reden tot grote dankbaarheid. Ik ben
een gezegend mens. En jullie zijn dat ook. Want je mag leven onder Gods
goede zon. Je mag leven met Gods goede Woord. Je mag horen
en doen. Vandaag, morgen en alle dagen van je leven. Amen
|