Home


Preken


Jan BosContact:
Jan C. Bos
Wagnerkade 59,
2102 CT Heemstede
T  023 5332455
E jancbos@antenna.nl




Zondag 23 januari 2022  Goed nieuws voor mensen in de knel
Lucas 4, 14-21 Ontmoetingskerk Haarlem. Viering 50 jaar dominee

Ooit, nu zo’n tweeduizend jaar geleden, preekte onze Heer in de synagoge van zijn vaderstad Nazareth over een tekst uit de profetie van Jesaja.
Precies vijftig jaar geleden klonk die tekst in de intrededienst in mijn eerste gemeente.
En nu vandaag klinkt deze tekst opnieuw.
Dit is de tekst:
De Geest van de Heer rust op Mij want Hij heeft Mij gezalfd.
Hij heeft Mij gezonden
Om aan armen het goede nieuws te brengen
om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken
en aan blinden het herstel van hun zicht,
om onderdrukten hun vrijheid te geven.

Volgens deze tekst gaat de liefde van onze Heer uit naar alle mensen. Dat wordt trouwens ook al gezegd in de psalm die wij gelezen hebben. De Heer is koning over allen.
Maar in het bijzonder gaat zijn aandacht uit naar mensen die beknot worden en met heel veel tegenslag te maken hebben De tekst noemt vier groepen.
    Ten eerste wordt aan armen goed nieuws gebracht. Armoede is fnuikend. Ik las afgelopen week in de krant over een vrouw die afhankelijk is van de bijstand. Je kunt zeggen: Wees blij dat er bijstand is in Nederland. Dat is ook zo. Maar ze vertelde dat ze geen stap kon zetten zonder verantwoording te moeten afleggen. Ze vertelde hoe afhankelijk ze was van de welwillendheid van ambtenaren. Ze vertelde wat dat doet met je gevoel van eigenwaarde. Dat schrompelt tot nul.
In het Bijbelse Woord voor armoede anawim zit dit gevoel. Je hebt niets in te brengen. Je bent niets waard.
Het goede nieuws is dat je wèl wat waard bent. Het goede nieuws is dat je bij God een kostbaar mens bent en ook zo bejegend hoort te worden. De doorgeslagen jacht op fraude, de laksheid tegenover slachtoffers van aardbeving en watersnood wordt door deze tekst aangeklaagd.
Het gaat om mensen. Ze zijn kostbaar in de ogen van God en horen kostbaar te zijn in de ogen van ons allemaal.
En het geldt ook ons allemaal. Ook jij kunt je nietig voelen en niet in tel. Je kunt denken dat je niets waard bent in de ogen van de Eeuwige. Het goede nieuws is dat je het wel bent.
    Ten tweede wordt aan gevangenen vrijlating bekend gemaakt. Wie een schuld heeft wordt gevangengezet.
Vroeger was dat letterlijk zo. Je werd vastgezet tot je de laatste cent had terugbetaald. Ooit vertelde Jezus daar nog eens een verhaal over. Hij vertelde over een koning die een dienaar vrij sprak uit een gevangenis van schuld. Schuld kan je leven beheersen. De deurwaarder stapelt de schulden op. Iedere envelop op de mat is een dreigbrief. Schuld kan je zo klemzetten dat je niets meer kunt.
Je verleden kan je gevangenzetten. Maar deze tekst zegt dat dit een keer over moet zijn. De tekst zegt dat jouw leven niet voorgoed vergooid is.
Ieder mens verdient een nieuwe kans. De tekst zegt dat we anders naar schuld moeten kijken. Niet: Laat ze maar bloeden, maar: Hoe kunnen we helpen. Want zo kijkt God naar de mensen. Zo kijkt God naar onze schuld. Jij verdient een nieuwe kans. Altijd.
    Ten derde wordt blinden het herstel van hun zicht aangezegd. Let op hoe het geschreven staat. Niet: Blinden kunnen zien maar: Blinden kunnen weer zien. Ooit kon je zien met de ogen van een kind. Nieuwsgierig, ontvankelijk, verwonderd over Gods goede schepping.  Maar je blik is vertroebeld door tranen van verdriet. Je ogen zijn bijziend door kortzichtig eigenbelang zoals gebeurt in de klimaatcrisis.  Je bent verblind door klatergoud. Je bent blind van woede.  Het kan allemaal. Het overkomt jou en mij. Je ziet niet meer scherp. Je durft niet meer hopen. Je kan niet geloven dat God regeert en de mensen het leven gunt en toekomst geeft.  
Maar kijk, daar staat een mens als jij en ik die weerloos en kwetsbaar je leven deelt en het goede doet en jouw ogen worden geopend.  Zo kan het ook.
    Ten vierde wordt vrijheid toegezegd aan gebroken mensen. Om wie gaat het dan? Onze Nieuwe Bijbelvertaling gebruikt hier de term “verdrukten”. Je kunt aan Oeigoeren denken die worden gemangeld in opvoedkampen. Je kunt denken aan slachtoffers van dictatuur. Je kunt denken aan arbeidsmigranten die tegen hongerloon onze tafels vullen. Maar er is meer.
Het Bijbelse woord dat hier gebruikt wordt duidt op kapot slaan, stuk gebroken worden.  Ooit viel jouw levenswerk in duigen; Ooit brak jouw gezinsverband, ooit verloor je een kind.  Ooit faalde je, voelde je je schuldig. Je hart is gebroken. Je ziel is gekwetst. Je had tegenover God een verbrijzeld hart.
Aan gebroken mensen wordt vrijheid toegezegd. Je kunt weer ademen. Je wordt geheeld. Je mag er zijn. Het is de bedoeling dat verdrukten vrijheid krijgen. Het is de bedoeling dat gebroken harten worden geheeld. Het is de bedoeling dat jij na diep verdriet, opademt en leeft.

Het is een prachtige tekst die getuigt van Gods vaste wil om deze aarde te behoeden en te verlossen.  De tekst is oorspronkelijk geschreven door de derde Jesaja in een tijd die buitengewoon zwaar en moeilijk was. Een groepje ballingen was teruggekeerd uit de oorlog. Ze wilden hun leven opbouwen maar er ging van alles mis. Ze hadden goede voornemens maar ja.Zwakke knieën en korte armen. Ze werden bedreigd door vijanden rondom. En toch klinkt daar die tekst om hen te troosten en te bemoedigen.
Het is deze tekst die Jezus leest in de synagoge van zijn geboorteplaats.
En dan zegt Hij: Vandaag is de Schrifttekst die jullie gehoord hebben in vervulling gegaan.
Dat zegt Hij.  
Wat betekent het dat Hij dit zegt?  
Het betekent dat Jezus de gezalfde is waar Jesaja over sprak. Het betekent dat Hij de stem is die arme, gevangen, verblinde en gebroken mensen geneest, troost, toekomst geeft. Hij doet dat.
Met heel zijn leven doet Hij dat.  In een bizarre, verwarrende tijd, temidden van vijandschap, ongeluk, ziekte en dood doet Hij dat.
En door de eeuwen heen,  tot op vandaag lezen we deze tekst in het Evangelie.  We lezen hoe Jezus deze tekst las en deze tekst met zijn eigen leven waar maakte.

Dat horen wij vandaag. Jullie zijn naar de kerk gekomen. Sommigen heel speciaal om mee te vieren dat ik vijftig jaar geleden door mijn vader in het ambt van predikant bevestigd.  En dan krijgen we deze prachtige tekst. Ik heb hem niet uitgekozen. Hij staat voor deze zondag gewoon op het leesrooster. Zoals dat toen in Nazareth waarschijnlijk ook het geval was.
Jullie zijn gekomen. Ik weet niet hoe jullie afgelopen week was. Ik weet wel dat heel veel mensen het zwaar hebben vandaag. Ik weet dat arme mensen aan het eind van de maand geen geld meer hebben. Ik weet dat mensen diep in de schuld zitten waar ze voor hun gevoel nooit meer uitkomen. Ik weet dat mensen gebukt gaan onder de fouten die ze hebben gemaakt. Ik weet van mijn eigen kortzichtigheid en telkens weer de neiging om weg te kijken. Ik weet dat mensen als jij en ik er geen gat meer in zien. Ik weet van het verdriet om een verloren liefde en een gestorven kind. Jij weet het ook want je hebt het zelf of van nabij meegemaakt.
 En dan klinkt hier die tekst die arme, schuldige, verblinde en gebroken mensen bevrijding toezegt.
Is dat geen loze belofte. Is dat geen schone schijn? Komt daar ooit wat van terecht?

Nee, het is geen loze belofte. Ik geloof van harte dat onze Heer deze woorden waar maakt. Ik geloof dat Gods Geest in de harten van mensen het goede bewerkstelligt. Ik geloof dat God deze wereld regeert door zijn Woord en Geest.  Ik geloof dat er toekomst is voor jou, voor mij, voor kind en kleinkind.  
Want wie dit Woord van bevrijding horen hebben ook de taak mee te werken aan de bevrijding. Temidden van verdriet zijn jij en ik geroepen om te troosten; Temidden van onverschilligheid zijn jij en ik geroepen om te verkondigen dat recht en gerechtigheid door mensen moet worden gedaan. Temidden van verbitterdheid en verdeeldheid zijn jij en ik geroepen uit te zijn op verbinding tussen mensen.  En tot op vandaag wordt door dit Woord de aarde gedragen.

Vijftig jaar geleden klonk die tekst. En nu weer. Ik realiseer me dat Hij al die jaren met me is meegegaan en met jullie ook.  Hij gaat met je mee om je te troosten en te zeggen dat je er mag zijn bij God en de mensen. Hij gaat met je mee om je bij de les te houden, te leren dat het leven meer is dan geld en goed.  Hij gaat met je mee om je te verzekeren dat je in leven en sterven in Gods hand geborgen bent.
Vijftig jaar heb ik dit Woord verkondigd. Vijftig jaar was ik kleiner dan het lied dat ik zong, het lied dat niet alleen jullie maar ook mijzelf bij de les wil houden en mijn geloof wil voeden. Het is een reden tot grote dankbaarheid. Ik ben een gezegend mens. En jullie zijn dat ook. Want je mag leven onder Gods goede zon.  Je mag leven met Gods goede Woord.  Je mag horen en doen. Vandaag, morgen en alle dagen van je leven.
Amen