|
4 november 2018 De zaaier en het zaad Dankdag in Nieuw Vennep, De |RankEen zaaier ging uit om te zaaien. Zo begint in de mij nog
vertrouwde Bijbelvertaling een van de meest bekende gelijkenissen van Jezus.
Hij is misschien wel zo bekend voor jullie dat je het moeite kost er nog iets
verrassends in te horen. Toch is het,
vind ik, de moeite waard om er juist vandaag naar te luisteren.
Een zaaier ging uit om te zaaien Een deel viel langs de de weg, een deel op de rots, een deel tussen
dorens en distels en ook nog wat in goede aarde.
Laat het beeld opnieuw op je inwerken. Niet meteen naar
de uitleg rennen maar gewoon kijken. De zaaier zaait zijn zaad langs de kant
van de weg. De zaaier zaait zijn zaad op de rost. De zaaier zaait zijn zaad
tussen de distels, de zaaier zaait in
goede aarde.
“Die zaaier is niet goed bezig”. Dat was
het korte commentaar van een van de deelnemers aan mijn bijbelkring. Elke week
lees ik met een aantal mensen in Vijfhuizen, een boerendorp in de
Haarlemmermeerpolder een bijbelgedeelte. En afgelopen keer dus dat van de
zaaier. En in die polder weten ze alles van zaaien en oogsten, van ploegen en
mesten. De grond moet natuurlijk wel
eerst zaaiklaar gemaakt worden. De grond
moet schoon gemaakt. De stenen er uit, de dorens gewied, de grond rul
gemaakt. Wie gaat er nu zaaien op de
rots. Wie verspilt het kostbare zaaigoed tussen de distels. Eerst schone grond
en dan pas zaaien.
Deze zaaier doet het anders. Die gooit zijn zaad wijd uit
over grond vol stenen en dorens. Nou ja,
hij kon moeilijk anders zeggen sommige bijbeluitleggers. Die grond in Palestina
is nu eenmaal de Haarlemmermeer niet. Die kun je niet ploegen. Dat is
onbegonnen werk. Maar ik denk dat de
zaaier niet anders wil. Hij wil die hele grond bezaaien, rotsen
en distels incluis. Geen plek wordt overgeslagen.
Hij is niet goed bezig, zeggen ze dan in de
Haarlemmermeer. Eerst was daar woest
water. Dat werd drooggemalen. Alle
rotzooi en troep er uit en op de schone grond het kostbare zaad. Had die zaaier van Jezus dat ook niet kunnen
doen?
Nu is er een verhaal in de Bijbel dat daar over
gaat. Ooit was de Eeuwige, zo staat
geschreven in het Bijbelboek Genesis zo ontsteld over de rotzooi op aarde dat
hij besloot schoon schip te maken. De
grond werd gewassen door een gigantische zondvloed. De grond moest schoon en
maagdelijk nieuw. En onder een stralende
regenboog groeide het graan. Maar dat was eens en nooit weer. Voortaan doet de zaaier het met de grond
zoals die is. Langs de weg, op de rots, tussen de distels, in goede aarde,
overal zaait de zaaier zijn zaad. Hij
kan niet anders. Hij wil niet anders.
Dat zaad is het woord van God, zegt Jezus.
En voor ons is het dan niet moeilijk te bedenken Wie de zaaier is. De zaaier is de Eeuwige. De Eeuwige zaait
zijn woord op aarde. Daar doet het zijn werk.
Dat stond al geschreven bij de profeet Jesaja. En ik wil jullie alweer
vragen om dit goed op je te laten inwerken.
Aan de aarde en al wie haar bewonen wordt het woord van God
gegeven. Aan de aarde die geplaagd wordt
door stenen vol verdriet en distels vol venijn wordt het woord van God gegeven.
Aan onze aarde vol twist en tweedracht, angst en geweld, aan onze aarde vol
leugen en bedrog wordt het woord van God gegeven. Dat wordt in die aarde hoopvol gezaaid.
Vanaf de beginne is bij dat woord van God gedacht aan de goede woorden van zijn
vriendschap met de mensen. De tien
woorden vormen er de kern van. Let op:
In een wereld overvol met dingen die je in beslag nemen, status, afkomst,
bezit, genot, positie noem maar op, zegt Hij dat je daar vrij van kunt worden.
In een wereld vol leegte zegt Hij dat je God kunt vinden. In een wereld vol moord en doodslag en
onvoorstelbaar lijden zegt Hij dat je een mens het leven kunt gunnen; in een
wereld vol ontrouw zegt Hij dat je trouw kunt zijn. In een wereld waarin het
grote geld graait zegt Hij dat je eerlijk kunt zijn. En echt waar, in een wereld vol nepnieuws ,
zegt Hij dat je uit moet zijn op waarheid. Het is in de grond zo basic. Een mens heeft recht op leven. Een mens heeft
recht op trouw Een mens heeft er recht
op dat niet met financiële kuiperijen zijn bezit wordt gestolen. Een mens heeft
recht op waarheid. Dat kostbare zaad wordt uitgestrooid op aarde. Die goede
woorden dragen de wereld, vermanen en troosten ons allemaal.
Soms zeggen mensen vertwijfeld: Hoe kan God alle moord en doodslag, alle leugen
en bedrog, toelaten? Maar God laat dat niet toe. Hij geeft ons zijn Woord om ons te weren. Hij geeft ons zijn woord om ons te bemoedigen
en te troosten. Hij geeft ons zijn woord
om te doen. En alle grote constituties,
de grondwetten, de grote verdragen dat een mens niet mag martelen en een
oorlogsvluchteling een schuilplaats krijgt weerspiegelen dat woord. De
machthebbers zweren er plechtig trouw aan
maar er zijn helaas machthebbers en politici die er lak aan hebben als het hun beter
uitkomt. Wat een stenen in de grond, wat
een venijnige dorens en distels. Het
woord wordt verstikt. Het woord wordt door de duivel gestolen, zegt Jezus zodat
je niet meer weet wie je vertrouwen kan. Ik had het een week geleden nog niet
kunnen bedenken maar nu lees ik dat er bij de sociale media trollen actief
zijn. Dat zijn nepaccounts die gemanipuleerde feiten en meningen
verspreiden. Het woord duivel betekent
letterlijk: Door de war gooier. Dat is
wat er gebeurt op aarde. Dat is wat mensen mensen aandoen. In deze wereld zaait de zaaier zijn woord van
recht en trouw, van barmhartigheid en vrede.
Zal het ooit vrucht dragen?
Het antwoord op die vraag is een geheim, zegt Jezus. Maar
onmiddellijk legt hij het geheim aan zijn leerlingen uit opdat die het op hun
beurt ook weer verder vertellen. Het geheim wordt doorverteld tot op vandaag,
tot op vandaag in deze kerk.
Dit is het geheim. Het zaad dat is het
woord van God. ja, dat wist u al. Maar let op. Er vindt een bijzondere
kanteling plaats in de gelijkenis.
Dat zaad, dat woord van God, wordt een mens. Dat zaad wordt een mens die wordt
gezaaid in de aarde, wordt gezaaid langs de weg, op de rots, tussen de distels,
in goede aarde. Jij bent het zaad. Jij
valt langs de kant van de weg waar je wordt bedreigd door de trollen. Jij bent
het zaad dat verdort omdat je geestelijk voedsel ontbeert. Jij bent het zaad
dat het moet uithouden te midden van de distels en zomaar door zorgen en
angsten wordt overmand of door luxe en klatergoud verleid. Jij bent het zaad dat door de goede God op
deze aarde wordt gestrooid. En niet alleen jij, hij ook en zij en Hij. Hij als
allereerste.
Want dit is het geheim. De zaaier zaait zijn zaad op aarde. Dat zaad is allereerst Hij, het vleesgeworden
woord van God, dat woord dat mens geworden is. Hij die voor ons alles
belichaamt wat waar is en goed,
genadig en trouw, barmhartig en vol mededogen, Hij wordt vertrapt langs de weg,
Hij versmacht op de rots. Hij wordt verstikt door der distel. Hij wordt
begraven in de aarde. Maar dit is het geheim. Dat Hij begraven in de aarde,
honderdvoudig vrucht draagt. En wij, verbonden met Hem, ook. Wij belanden als zaad op de harde
steenachtige rots en tussen de verstikkende distels. Trollen willen ons maar al
te graag verwarren. Angsten willen ons
verharden. Eigen belang eerst wil ons verleiden. Het is er allemaal. Jij maakt het mee en ik.
En zomaar, zomaar ga je voor de bijl. Zomaar laat je je kop hangen of huil je
mee met de wolf. Maar dit is het geheim
van het zaad. De allereerste graankorrel die in de aarde viel was Hij. De Heer
is nooit zonder zijn gemeente. En wij zijn nooit zonder Hem die te midden van het stenen verdriet en het
verstikkende gif tot in zijn merg trouw bleef aan het Woord van God. En Hij
troost en bemoedigt ons vol te houden in de trouw aan dat meest basale
woord van de Eeuwige. Dat woord van gerechtigheid en recht, van mededogen en
trouw. Vergeet het niet, lieve gemeente. Hou je tegen alle hardheid en
nepnieuws en terreurdreiging, aan dat woord.
Jij en ik gaan de weg van alle zaad. Jij en ik komen de
stenen tegen, de duivel en de distels. Jij en ik verdorsten soms, stikken soms,
worden door zorgen overmand maar met Hem verbonden halen we opnieuw adem. Dit is het geheim. Te midden van dorens en
distels vallen we met Hem in goede aarde. En met Hem dragen wij Gode goede
vrucht.
Amen
|