Home


Preken


Jan BosContact:
Jan C. Bos
Wagnerkade 59,
2102 CT Heemstede
T  023 5332455
E jancbos@antenna.nl




23 september 2018  Wie een kind ontvangt, ontvangt God
Marcus 9, 30-37 23  september 2018 Verbondskerk Vijfhuizen; 30 september 2018  Oude Kerk, Heemstede

Jezus pakt een kind op, lezen we in het Evangelie vanmorgen.
Jezus pakt een kind op om de grote mensen, zijn leerlingen, ons dus, wat te leren. Het staat er nadrukkelijk bij. We zijn even onder elkaar. We zijn in ons eigen huis om van hem te leren. En bij dat onderricht pakt hij een kind op en zet dat in ons midden.
Ik voel me wat ongemakkelijk nu. Dat kind kraaide in de box wellicht of speelde met zijn vriendje. Dat kind wordt niets gevraagd. Hij wordt opgepakt Er wordt met hem gedaan. Dat schuurt bij mij, vandaag.

Er wordt een kind opgepakt. “Hij nam een kind” staat er in de mij nog vertrouwde Bijbelvertaling. Hij nam een kind om ons te leren. Kun je dat zomaar doen? Ja. Dat kun je zomaar doen. Het kind kan zich niet verweren.
Waar denken jullie aan bij dat kind? Jezus plaatst het niet voor niets in ons midden. Zullen we eens goed naar dat kind kijken.
(afbeelding Nicky Verstappen) Kijk. Hier hebben we zo’n kind. Zo’n klein voetballertje. Nicky. Jullie kennen hem wel want onlangs uitvoerig in het nieuws.  Het speelde met zijn vriendjes op zomerkamp. En hij wordt opgepakt en neergezet en we kunnen alleen maar angstig vermoeden wat er met hem is gebeurd, met hem is gedaan.
Jezus nam een kind. Zijn leerlingen deden het later ook, doen het nog vandaag. Dat schuurt toch zo verschrikkelijk. Want dat nemen van Jezus is bij een aantal van zijn leerlingen vreselijk ontaard. Ach, die kinderen, die arme kwetsbare kinderen die voor hun leven beschadigd zijn en erger nog omdat priesters, predikanten, ouderlingen hun handen niet thuis konden houden. Dat is een schande in het kwadraat.  En wat hebben ze toch gedacht in de paleizen van de prelaten. Wat hebben ze gedacht. Het zijn maar kinderen? En het belang van de goede naam van de kerk is veel groter dan het lot van die kinderen? Hebben ze dat gedacht?  Het zijn maar kinderen. Je kunt er mee doen wat je wilt.
Wat wil Jezus ons toch leren? Wat wil hij ons leren als hij zo’n kind in ons midden zet.

(afbeelding Lily en Howick) En hier hebben we nog zo’n paar kinderen. Die kennen jullie ook wel. Lily en Howick mochten op het allerlaatste nippertje in Nederland blijven.  Hun moeder had de kinderen illegaal meegenomen naar Nederland en vervolgens de asielprocedure eindeloos gerekt. Die kinderen worden jarenlang heen en weer geslingerd tussen strengheid en mededogen. Grote mensen discussiëren over belangrijke principes, sluiten politieke pacten, wijzen op het landsbelang en de aanzuigende werking. Media en politici maken er een show van, op het schijnheilige af. En kijk. Daar zijn de kinderen. Hummels, peuters, kleuters, tieners. Ze spelen met al die andere kinderen en kunnen zelf niets veranderen aan hun lot. Ze worden opgepakt. We moeten een voorbeeld stellen. Soms moet je hard zijn. Of niet, toch niet. Het zijn kinderen.  Er lopen er zo nog zo’n vierhonderd rond in Nederland. En grote mensen vinden het eigenbelang van Nederland belangrijker dan die kinderen. En nee, dat mogen we niet de individuele ambtenaar bij de IND aanrekenen. En ook niet naar de staatssecretaris wijzen alsof hij een boeman is. En al helemaal niet naar de rechter wijzen. Zij doen wat de politiek hen opdragen. En de politiek dat zijn wij allemaal samen. Wij allemaal samen sollen met kinderen. Wat wil Jezus ons toch leren als hij zo’n kind in ons midden plaatst.

(afbeelding Joris) Kijk. Hier heb ik nog een kind.  Die kennen jullie niet.  Het is mijn kleinzoon Joris met wie wij negen jaar en tien maanden hebben mogen leven. Voor zijn vader, moeder en zusje en voor ons allemaal waren het prachtige jaren die soms ook heel moeilijk waren want Joris was meervoudig gehandicapt. Hij bleef zijn hele leven een kind van een jaar en had permanent verzorging nodig. Die zware zorg valt in het niet bij de stralende lach waarmee dit kind van alle zorg genoot.  Hij was zijn hele, lieve leven lang alleen maar kind, puur kind. Van hem heb ik op een heel bijzondere manier geleerd wat het betekent kind te zijn. Je bent kwetsbaar, letterlijk onmondig, totaal afhankelijk van wat mensen met je doen.

Misschien heeft Joris mij zo wel meer geleerd wat het Evangelie van vanmorgen betekent dan tien dikke bijbelcommentaren bij elkaar. Iedere dinsdagmiddag wandelde ik met Joris door de straten van Velserboek. Nou ja. Dan gaat er van alles door je heen. Zal ik het een beetje goed doen op de Bijbelkring vanavond. En ik moet nog een stuk schrijven voor het bestuur. Allemaal heel belangrijk. Echt waar. En ik vind ook eigenlijk dat ze wel eens een beetje meer naar mij kunnen luisteren. En hoe pak ik dat nu het beste aan. En ondertussen kraait Joris in zijn rolstoel, bekijkt ieder blaadje alsof dat het mooiste schilderij is en knipoogt met zijn ogen naar de zon.  Al mijn muizenissen zijn voor hem volstrekt onbelangrijk. Hij geniet met volle teugen van het buitenleven en het wandelen met zijn opa. Hij is en blijft een kind. Hij leert mij wat kwetsbaarheid is en eenvoud.
Zo’n kind pakt Jezus op om ons wat te leren. Hij zet het in ons midden. Met zo’n kind kun je dat doen. Met mijn kind kunnen ze alles doen, dacht zijn vader soms bezorgd.
En dan omarmt Jezus dat kind en zegt: Als je dit kind, dit kind met wie je alles kunt doen, ontvangt, koestert en behoedt, dan ontvang je mij. Als je dit kind ontvangt, ontvang je God.

Is Hij dan zelf zo’n kind?  Ja, dat is hij.  Geliefd kind van zijn moeder en vader, genietend van de zon die opgaat over bozen en goeden, als Joris. Vluchtelingenkind, speelbal van de machten, heen en weer gestuiterd tussen Herodes en Pilatus als Lili en Howard. Gepakt, misbruikt, gedood als Nicky. Kwetsbaar en weerloos onder ons mensen was hij, als een kind. En zo is God. Zo eenvoudig en puur is God bij ons mensen. En wij kunnen alles met hem doen.
Jezus leert zijn leerlingen. Hij leert ons: De mensenzoon wordt uitgeleverd aan de mensen, zegt hij. Die zullen hem doden maar na drie dagen zal hij uit de dood opstaan. Ze begrijpen niet wat hij zegt en wij ook amper. Maar het betekent in ieder geval ook dit: Alles waar een kwetsbaar kind voor staat, alle overgave, liefde, vreugde en vertrouwen waar Hij voor staat, zal leven. Dat leert Hij ons. Maar wij hebben het niet over de liefde. Wij hebben het niet over de vreugde en het vertrouwen. Wij zien geen kind dat kraait naar zijn ouders en een jochie dat voetbalt in de zon. We zien de dromen niet van kinderen zonder papieren. Wij zijn bezig met belangrijke zaken. Ons profiel en onze carrière, de bank en de beurs, de letter van de wet en het landsbelang. We weten van wanten. We laten niet met ons spotten. En zeker niet door kinderen.  Kom op. Wij zijn geen kind meer.  Dat denken we in onze belangrijkheid

Maar kijk. Daar staat onze Heer Kwetsbaar en weerloos, stralend en puur als een kind is Hij geworden. Willen we dat Kind, willen we Hem ontvangen? Of sluiten we ons van Hem af. Sluiten we ons op in onze eigen grootheid en belangrijkheid.
Hier ligt de kern van wat Jezus ons wil leren. Leg je grootheid en belangrijkheid af. Ben je bewust van je eigen kwetsbaarheid. Wordt zelf het kind dat je ooit ook eens was. Alleen zo kun je Mij ontvangen. Alleen zo kun je het Rijk van God binnengaan.

Diep in ons allemaal leeft het kind. We hebben het verstopt onder een berg belangrijkheid.
Onze Heer die zijn leven heeft gegeven voor ons goede leven, wil het kind dat in ons is, opnieuw wakker kussen. Hij richt onze aandacht op het goede leven zelf in al zijn eenvoud en kwetsbaarheid. Geniet ervan.  Zorg ervoor. Maak het niet stuk. Gun het elkaar.

Jezus plaatst een kind in ons midden. Wij moeten er wat mee. Met Joris, met Lily en Howard, met Nicky, met al die kinderen die net als wij allemaal, zorg en liefde nodig hebben.  Geen kerk mag die kinderen opofferen aan zijn eigen belang. Die beerput moet tot op de bodem worden schoongemaakt. Er moet eerst worden gebezemd en geboet en pas daarna getroost en geheeld. Want ook daders zijn ooit kinderen geweest. Wij allemaal zijn kinderen die van Gods genade leven. 
Gebruik kinderen niet voor je eigenbelang. Dat geldt voor ouders in een asielprocedure. Dat geldt voor ouders in een vechtscheiding en politici in een TVshow. En dat geldt ook voor de staat.  Geen staat mag kinderen opofferen aan zijn eigen belang. En wij met elkaar moeten een klimaat scheppen dat dit niet gebeurt.  Met kinderen sol je niet. Je koestert en behoedt ze en voedt ze op. 
Elk kind is een geschenk van God. Juist in hun kwetsbaarheid zijn ze een geschenk van God.
Minacht ze niet maar heb ze lief. Heb ze lief als God.
Heb ze lief zoals God jou liefheeft. 
Amen.