Home


Preken


Jan BosContact:
Jan C. Bos
Wagnerkade 59,
2102 CT Heemstede
T  023 5332455
E jancbos@antenna.nl




3 december 2017 Oude mensen in de advent
Woonzorgcentrum De Molenburg, Haarlem-Schalkwijk

Ik ben een oude man, zegt Zacharias.
Nou, oud zijn jij en ik ook. Zeventig plus ben ik inmiddels. En jullie zelfs tachtig plus en sommigen in de negentig.
Wat betekent het dat je oud bent? Praat me er niet van. Of doe het toch maar wel. Het lopen gaat moeizaam. Fietsen durf ik niet meer. Mijn ogen zijn niet te best meer. Mijn gewrichten kraken en mijn spieren worden slapper. Ik ben oud geworden. Ineens ben ik oud geworden. De kinderen heb-ben hun eigen leven. Wat heb ik nu nog?
Ik ben een oude man, zegt Zacharias. En jij en ik weten ervan mee te pra-ten. Vroeger, ja vroeger konden we alles. We vierden het leven. We vierden de liefde. Moet je onze fotoalbums zien. Wat waren we jong nog. Kijk. Sa-men op vakantie. Met de kinderen op de camping. Met vrienden op trek-tocht. Ons nieuwe huis. Wat hebben we toen een hoop geklust. Weet je nog. Weet je nog van toen.
Zacharias en zijn vrouw Elisabeth zijn kinderloos. Ook dat nog. Sommigen van jullie weten heel goed wat dat is. Het is een groot verdriet dat met de jaren extra zwaar wordt.

Nu zijn we hier samen in de kerk. Allemaal oude mensen bij elkaar. Alle-maal oude mensen bij elkaar op de eerste zondag van advent. En op advent kijk je vooruit. Je kijkt vooruit naar het kerstfeest. Je kijkt vooruit naar een gelukkig leven met God en met de mensen. Want advent betekent komst van de Heer. De Heer komt onze wereld binnen. Hij komt in jouw wereld, mijn wereld, jouw kamer, mijn kamer. Wat ga jij daarvan merken. Wat denk je? Wat hoop je? Ach. Ik ben oud. Net als Zacharias. Ik denk niet zoveel meer. Ik hoop niet zoveel meer.
We zijn deze dienst begonnen met een psalm. Het is een hele bekende psalm en in de oude berijming voor jullie misschien nog bekender. Hijgend hert, der jacht ontkomen, schreeuwt niet sterker naar ’t genot van de frisse waterstromen dan mijn ziel verlangt naar God.
Het is een prachtige psalm om de advent mee te beginnen. Want de Psalm gaat over verlangen naar God. Ik verlang naar een gelukkig leven met God en met de mensen. En nu ben ik dat niet.
Wat maakt je dan verdrietig en ongelukkig.
Nu ieder van ons heeft daar zijn eigen antwoord op. Maar laten we het bij het verdriet hebben wat veel ouderen overkomt. Je hoort er niet meer zo bij. En precies dat is waar het in psalm 42 over gaat. Ik hoor er niet meer bij. Ik ben alleen. Ik kan niet meer naar mijn vrienden en, wat voor hem heel erg is, ik kan niet meer naar de tempel in Jeruzalem om samen te zingen en te bidden.
Ja, vroeger! Vroeger deed ik dat volop. Ik danste en zong dat het een lieve lust was. Ik had allemaal mensen om me heen. Maar nu laten ze mij in de steek. En hier, waar ik nu ben, wordt er geroddeld en heeft niemand aan-dacht voor mijn ziekte en narigheid.

Psalm 42 is een heel persoonlijke psalm. Maar tegelijk gaat de psalm over het leven van ons allemaal. Het gaat over de ervaring dat geluk onbereik-baar is en je van God zo weinig merkt. Je eigen sores en ook nog de sores van de wereld waar je steeds minder van snapt, maken je somber.
Wat doet de maker van psalm 42. Hij doet drie dingen.
Allereerst: Hij denkt terug aan betere tijden. Nou, dat doen wij ook vaak.
Soms heb je niet eens een ander om het mee te delen. In psalm 42 zegt de maker het tegen zichzelf. Hij herinnert zich de tijd dat hij samen met allen die hem lief waren feest vierde in de tempel. Ja, tranen met tuiten maar de kostbare herinnering houdt hem ook op de been.
Ten tweede. Hij blijft op zijn eentje de psalmen bidden. Hij merkt niets van God maar hij bidt wel de psalmen en blijft dat doen. ’s Nachts blijft jouw lied bij mij, zegt hij tegen God van wie hij niets merkt.
Jij en ik merken niets van God. Maar die afwezigheid en het verdriet daar-over zijn in mijn hart. De psalmen zijn in mijn hart. Ik laat de gedachte aan God niet los. Het is een zere lege plek. Verdriet is ook leven.
En dan is er dat derde ding. Hij spreekt zichzelf toe. Wat ben je somber mijn ziel? Hoop op God. Ik zal hem loven.
Jezelf toespreken. Je eigen sombere gedachten toespreken. Dat kunnen jij en ik ook doen. Kom op. Zit niet te kniezen. Kom op. Het is advent. Je ziet het niet. Je ervaart het niet vandaag. Maar de Heer komt in onze wereld. De Heer komt in jouw bestaan.

De psalmen zijn niet alleen persoonlijk. Ze betreffen de hele gemeenschap. Onze wereld is in nood. In je kamer kijk jij naar de televisie en ziet alles wat er gebeurt. En je hoort de verhalen van je kinderen en kleinkinderen, als je die hebt. En misschien dat je denkt. Dat kan nooit goed gaan. Dat is alleen maar narigheid. Maar ook dan kun je jezelf toespreken. Hoop op God. Deze wereld valt niet uit zijn hand.
Ooit kwam een engel naar Zacharia en zei: Uw gebeden zijn verhoord. Wel-ke gebeden? Zijn gebed om een kind soms? O zeker, ik denk dat ze het verdriet van hun kinderloosheid hebben neergelegd voor het aangezicht van God. Maar zullen ze met het klimmen der jaren zijn blijven bidden om een kind? Nee, ik denk dat de engel doelt op de gebeden die Zacharias bidt bij het reukofferaltaar, dat is ten tijde van het avondoffer. Het voorgeschreven avondgebed vraagt dan om de komst van Gods heil, de komst van de Mes-sias. "Wek uw kracht en kom ons bevrijden", bidt de priester en wij bidden het met hem mee. Of denk je alleen maar: Ik ben oud en het wordt nooit anders.
Ik ben een oude man, zegt Zacharia. Maar dan wordt hem het zwijgen op-gelegd door de engel. Een oude man die zegt dat wij ons niet te veel ver-beelden moeten, wordt tijdelijk het zwijgen opgelegd. In de advent is name-lijk alles mogelijk. Het is mogelijk dat jij en ik door een engel van God wor-den aangeraakt

Wanneer zal de Messias komen?
Ach altijd weer hebben mensen dat gevraagd. En oude mensen vragen het al zolang, zolang. Maar ze kunnen weten dat de Messias aanstaande is wanneer in het diepste van de tijd een teken van Gods liefde zichtbaar wordt. De geboorte van een kind is zo’n teken. Dit boek dat vertelt van Je-zus is zo’n teken. Jullie kunnen het meemaken in een regel uit het liedboek en een gesprek van hart tot hart. De gebaren van hulp en liefde die gewone mensen elkaar doen zijn zo’n teken. De Messias is aanstaande wanneer jij inde stilte van jouw leven door de hemel wordt aangeraakt. Oude mensen die dat ervaren hebben, hebben opnieuw recht van spreken. Bemoedig de jonge mensen alsjeblieft. Leer je kleinkinderen dat God deze aarde recht zal doen en de mensenkinderen deel van leven gunt.

En verbeeldt je maar veel. Verbeeldt je alsjeblieft een heleboel. Je bent een mensenkind die de Messias mag verwachten hier en nu.
Laat horen, laat weten dat je er bent en dat je lef hebt in je lijf. Laat het oude bloed opnieuw gaan stromen en laten de oude stemmen opnieuw gaan zin-gen. Zuig de lucht in je longen en roep je verwachting van de daken. Op U mijn Heiland, blijf ik hopen. Doe intocht, Heer, in mijn gemoed.