Home



Geloofscursus
Jan BosContact:
Jan C. Bos
Wagnerkade 59,
2102 CT Heemstede
T  023 5332455
E jancbos@antenna.nl




Is alles waar wat in de Bijbel staat?

De Bijbel is bij een eerste kennismaking geen gemakkelijk boek. De naam Bijbel komt van het Griekse biblia. Dat betekent boeken (meervoud!). Het lijkt op één boek in een keurige band maar in werkelijkheid is de bijbel niet één boek maar een bonte verzameling verschillende boeken.
Deze boeken bevatten allerlei soorten teksten: vertellingen, spreuken, brieven, leefregels en liederen. De boeken zijn lang geleden ontstaan in de periode van ongeveer 700 voor Christus tot 100 na Christus. Er is een grote afstand tussen de taal en de cultuur van de bijbel en onze taal en cultuur.

De Bijbel is door mensen geschreven. Tegelijk zeggen gelovigen dat de Bijbel “Gods Woord” is. Ze geloven dat wat in de Bijbel door mensen is opgeschreven door God is ingegeven. God heeft hen geïnspireerd. Maar over hoe dat gebeurd is, verschillende meningen
1    Nogal wat christenen geloven dat de bijbelschrijvers door Gods Geest gedicteerd is wat ze moeten opschrijven. (Net als moslims geloven dat de Koran door een engel aan Mohammed is gedicteerd). De Bijbel is dan echt letterlijk Gods Woord. Je kun er vast en zeker van op aan. En je mag er van uitgaan dat alles wat in de Bijbel aan historie wordt verteld precies zo is gebeurd.
2    Maar de meeste christenen gaan er vanuit dat de Bijbel niet door God is gedicteerd maar dat Gods Geest mensen heeft geleid toen ze de overgeleverde verhalen opschreven, de wetteksten maakten en de psalmen componeerden. Ook deze christenen zullen de Bijbel “Gods Woord” noemen. Maar ze blijven oog houden voor de menselijke kant van de Bijbel.

Geen geschiedenisboek maar een geloofsboek
In de loop van de geschiedenis hebben mensen sporen van Gods aanwezigheid herkend in gebeurtenissen in hun leven, in dromen en visioenen, in de natuur.
Hun getuigenissen zijn van generatie op generatie beproefd, bewaard, doorgegeven en zo is gaan-deweg een gelovige traditie ontstaan.
Je kunt het ook andersom zeggen: Niet: mensen hebben God herkend maar: God heeft zich door mensen aan mensen bekend gemaakt. De godsdienstige term luidt: God heeft zich aan ons mensen geopenbaard. Zo heeft God zich geopenbaard aan Abraham en Mozes, aan de profeten van het volk Israël en heel in het bijzonder aan Jezus. De neerslag van die openbaring vinden we in de Bijbel.
Aanvankelijk was er alleen mondelinge overlevering. Pas later werd de overlevering verzameld, gebundeld, geredigeerd en op schrift gesteld.

De bijbel is door mensen geschreven die kind van hun tijd zijn. Ze weten veel minder van aardrijks-kunde en natuurkunde dan wij en houden er wat dat betreft een in onze ogen soms primitief we-reldbeeld op na: De zon draait om de aarde. Onder de aarde is de zee waarin het land drijft. Boven de aarde is de hemelkoepel. In deze wereld leven zij en vertellen ze van de ervaringen die God hen heeft gegeven. Tegen de achtergrond van dit antieke wereldbeeld getuigen zij van hun geloof.
De Bijbel is geen natuurkundeboek of een biologieboek dat ons wetenschappelijk inzicht verschaft over ontstaan van mens en wereld. Het is een geloofsboek. Het bevat geen wetenschappelijke taal maar geloofstaal. Het vertelt hoe God met mensen omgaat en wil het geloof van onze generatie voeden.

Is de Bijbel waar in de zin van historisch betrouwbaar?
God heeft zich aan mensen laten kennen die concreet hebben geleefd. David, Salomo, alle konin-gen in Israël zijn historische figuren. Hetzelfde geldt voor Jezus en de apostelen. Hun concrete historische bestaan wordt ook door bronnen buiten de Bijbel bevestigd. Er is ook geen reden om de historiciteit van Abraham, Izak, Jakob, en Mozes te ontkennen.
Is Adam ook een historische figuur? Ja, zeggen sommige christenen want hij staat in de Bijbel. Maar de meeste christenen denken dat de Bijbel zelf al aangeeft dat Adam geen historische figuur is. Het Hebreeuwse woord Adam betekent “mens”. Het scheppingsverhaal is geen historisch verhaal maar een algemeen menselijk verhaal dat ons wil leren hoe wij staan tegenover God en de medemens.
Op de vraag of de Bijbel historisch betrouwbaar is kun je niet gemakkelijk ja of nee zeggen. Het hangt van de bedoeling van de Bijbelschrijver af. De Bijbel bedoelt een geloofsverhaal te vertellen niet een droge opsomming van feiten te geven. In die zin kun je sommige Bijbelboeken wel met een historische roman vergelijken maar zeker niet met een proces-verbaal.
De Evangeliën zijn tientallen jaren nadat Jezus geleefd heeft geschreven op basis van herinneringen en mondelinge overleveringen over het optreden van Jezus. De grote lijn klopt historisch: Tussen het jaar nul en het jaar dertig heeft de joodse rabbi Jezus door zijn woorden en daden zo’n diepe indruk op de mensen gemaakt dat het tot op vandaag doorklinkt. Tegelijk vertelt iedere evangelist zijn eigen verhaal. Er is ruimte tussen wat gebeurd is en het verhaal dat er later over wordt verteld. Die ruimte moeten we respecteren naar twee kanten. Zeggen dat iets natuurlijk niet zo gebeurd is of natuurlijk wel zo gebeurd is, helpt niet echt. Met zijn eigen verhaal wil de evangelist ons geloven versterken. Aan preciese chronologie of aardrijkskunde wordt niet gedaan.

En de wonderen dan?
Veel gelovigen houden vast aan de historische betrouwbaarheid van de wonderen in het Evangelie. Jezus heeft “echt” over het water gelopen, water in wijn veranderd en doden opgewekt. Als ik dat niet geloven kan, wat dan eigenlijk nog wel? Alleen maar datgene wat rationeel verklaard kan worden?  Maar wat hou je dan nog over?  Juist de wonderen toen en daar in die bijzondere tijd steunen mijn geloof dat God zich om mensen bekommert.
Er zijn ook gelovigen en tot die gelovigen reken ik mij zelf ook,  die er van uitgaan dat ook God niet tegen de wetten van de natuur in gaat, zelfs niet zo af en toe. Maar waarom staan er dan toch wonderverhalen in de Bijbel?
Er gebeurden en gebeuren nog wonderen in die zin dat wij compleet verrast kunnen worden en verwonderd staan om wat gebeurt.  We kunnen verlamd raken van verdriet dat ons overkomt en daar ondanks alles overheen komen.  Soms is er die ene ontmoeting die ons net weer op de been helpt. Hoe is het mogelijk dat juist dat gebeurde waardoor ik genas van mijn vooroordeel.
In de ontmoeting die mensen met Jezus hadden gebeurden wonderen. Later is het allemaal opge-schreven met de al eerder aangegeven ruimte tussen feit en verhaal.  De Bijbel noemt het geen “wonderen” in de zin van mirakels maar “tekenen”. En altijd zit er een diepere laag in. Ook in de storm ervaren we de nabijheid van de Heer.  Door Hem gaat ons een licht op en worden onze ogen geopend voor waar het werkelijk om draait in het leven.

Een huis om in te wonen
De Bijbel is een complete bibliotheek vol verhalen, beelden, gedichten, brieven, leefregels, gebeden en nog veel meer. Bij al die rijkdom speelt de vraag of iets echt zo gebeurd is of kan zijn meestal niet. Al die teksten vergezellen ons in ons leven nu vandaag. In al die teksten kunnen we ontdekken dat God naar ons mensen omziet. Wij zoeken Hem. Hij zoekt ons.  In al onze vragen en twijfel en ondanks alles soms zoekt God mij.  Dat is de waarheid van de Bijbel. In die waarheid mogen wij wonen.

De Bijbel is bedoeld om voorgelezen te worden in een kring van gelovigen
Wie de Bijbel zelf wil lezen kan het beste een bijbelleesrooster gebruiken, bijvoorbeeld die van het NBG of de dagteksten van Taizé
De Nieuwe Bijbel Vertaling geeft van elk bijbelboek een korte inleiding die helpt bij het lezen.